SS gemeente Breda Eind-concept BK/ bij bijlage nr.30 (A) LOZINGSVERORDENING RIOLERING BREDA Begripsbepalingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. beheerder: de beheerder van een rioolwaterzuiveringsinstallatie of van enig ander werk waarop de riolering is aangesloten, dan wel het gezag dat bevoegd is tot het verlenen, weigeren, wijzi gen of intrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 1 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, tot het bren gen van afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stof fen in het oppervlaktewater waarop de riolering uitkomt; b. riolering: het gemeentelijk rioolstelsel, met inbegrip van de rioolge malen en persleidingen. Verbod schadelijke stoffen te lozen/verbod te lozen met behulp van versnijdende apparatuur Artikel 2 1. Het is verboden bij de exploitatie van een inrichting op de riolering stoffen te lozen die door hun hoedanigheid of hoe veelheid, dan wel door beide: a. schadelijk zijn of kunnen zijn voor de riolering of de goede werking daarvan; b. schadelijk zijn of kunnen zijn voor de zuiveringstech- nische werken of de goede werking daarvan; c. gevaarlijk, schadelijk of hinderlijk zijn of kunnen zijn voor de aangeslotenen op de riolering; d. anderszins gevaarlijk, schadelijk of hinderlijk zijn of 2. Het verbod, als bedoeld in het eerste lid, is niet van toe passing op het lozen van normale huishoudelijke afvalstoffen uit woningen 3. Het is verboden vaste afvalstoffen, verontreinigende en scha delijke stoffen met behulp van versnijdende apparatuur op de riolering te lozen. kunnen zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 164