aan de raad der
gemeente Breda
18-8-1981
St/6/92498
Bijlage nummer 335
Voorstel om het college van
burgemeester en wethouders
te machtigen om met inacht
neming van de bepalingen van
de beschikking geldelijke
steun woonwagens bij het
rijk leningen en bijdragen
aan te vragen en te aanvaar
den, alsmede tot het be-
schikbaarstellen van een
krediet ad 150.000,ten
behoeve van de aankoop van
woonwagens
Zoals Uw raad bekend is werd bij koninklijk besluit van 21 augus
tus 1980, met ingang van 1 september 1980 de zorg voor de huis
vesting van woonwagenbewoners ter zake van woonwagens, stand
plaatsen en de financiering daarvan, van het ministerie van
cultuur, recreatie en maatschappelijk werk overgebracht naar
het ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening.
Deze overdracht is het gevolg van een daartoe tijdens de zit
ting 1975/1976 door de 2e Kamer aanvaarde motie v) van het kamer
lid Weijers.
De strekking van deze motie was dat de huisvesting van woonwa
genbewoners een geïntegreerd onderdeel zou moeten worden van het
totale volkshuisvestingsbeleid.
De Algemene Bijstandswet was en is dan ook geen geschikt instru
ment om een huisvestingsbeleid te vormen.
De woonwagen wordt daarmede door de bewindslieden van volks
huisvesting en ruimtelijke ordening als woonvorm geaccepteerd
in die zin, dat de regels die voor woningen gelden, zoveel moge
lijk ook voor woonwagens moeten gelden. Dat de wagen als woon
vorm geaccepteerd wordt wil echter nog niet zeggen dat deze
ook als woonvorm gestimuleerd zal worden. De woonvorm wagen
blijft voorbehouden aan diegenen die krachtens de Woonwagenwet
daartoe gerechtigd zijn.