bijl. nr. 335
3
Het bedrag van de lening is gelijk aan het totaal van de door
het rijk goedgekeurde kosten en wordt slechts verstrekt indien
de huurder of zijn echtgenote, dan wel degene met wie deze duur
zaam samenwoont, een inkomen heeft dat niet meer bedraagt dan
een door de minister telkenjare te bepalen bedrag.
De huurprijs (zgn. vraaghuur) van de woonwagen wordt vervolgens
door de minister vastgesteld. Gedurende de looptijd van de le
ning (maximaal 15 jaar) kunnen aan de gemeente jaarlijkse bij
dragen worden verstrekt. Deze vormen het verschil tussen het
bedrag van de kostprijshuur (gebaseerd op totale goedgekeurde
kosten) en de door het rijk vastgestelde huurprijs (vraaghuur)
In de variabele exploitatiekosten, zoals onderhoud, algemene
beheers- en administratiekosten en overige kosten kan tevens
een jaarlijkse bijdrage worden verstrekt waarvan de hoogte
jaarlijks door de minister wordt vastgesteld.
De sluitpost in dit stelsel van subsidiëring wordt gevormd door
deelname voor de volle 100% door het rijk in een eventueel ex
ploitatieverlies van de huurwagens.
Tot zover de relatie tussen het rijk en de gemeente voor wat
betreft de aanschaf en exploitatie van huurwagens, waaruit moge
worden geconcludeerd dat deze in principe budgettair neutraal
is
Dit voorstel zal niet volledig zijn indien geen nadere toelich
ting gegeven wordt inzake de subsidiëring van de woonkosten
voor de woonwagenbewoners.
In kort bestek kan hierover het volgende worden vermeld.
Door het geven van subsidies tracht de overheid het wonen in
ons land voor iedereen betaalbaar te houden. Dit geldt voor
woningen en nu ook voor woonwagens. Uitgangspunt hierbij is
dat volgens bepaalde normen een redelijk deel van het inkomen
aan woonkosten wordt besteed.
Komen de woonkosten daar bovenuit dan is de overheid bereid
een handje te helpen door het geven van woonkostensubsidies.
Dat is dus een bijdrage in de kosten van het wonen in een woon
wagen, waarbij het in wezen niet uitmaakt of de wagen een huur
wagen is of een eigen wagen.
De hoogte van deze bijdrage hangt af van de verhouding tussen
het inkomen en het bedrag dat betaald moet worden voor de huur
van de standplaats en de huur van de wagen.
Het ligt in de rede om het gemeentelijk woningbedrijf eveneens
met de uitvoering van de subsidiëring van de woonkosten te belasten.
Volgens het stelsel van de Woningwet en gemeentewet dient Uw
raad telkens opnieuw, van geval tot geval, de geldelijke steun
bestaande uit een lening en een bijdrage, bij het rijk aan te
vragen en te aanvaarden. Uit praktische overwegingen verdient
het aanbeveling om ons college te machtigen om met inachtneming
van de voorschriften dienaangaande de geldelijke steun aan te
vragen en, te aanvaarden.