aan de raad der
gemeente Breda
18-8-1981
St/Q/90228
sziorz?
Bijlage nummer 336
Voorstel van burgemeester en
wethouders de heer J.A. van
den Bliek in zijn bezwaren
niet ontvankelijk te verkla
ren met betrekking tot een
door hem ingediend bezwaar
schrift ex artikel 7 lid 2
van de Wet administratieve
rechtspraak overheidsbe
schikkingen tegen Uw besluit
d.d. 22 januari 1981.
Bij Uw besluit van 14 november 1978 is met de heer J.A. van
den Bliek, wonende te Breda, Roskam 28, een privaatrechtelijke
overeenkomst gesloten, waarbij hem het recht van uitweg werd
verleend onder de voorwaarden als gesteld in de bouwexploita-
tieverordeningOp grond van deze overeenkomst is door de heer
Van den Bliek een bedrag ad 5.191,80 betaald.
Op verzoek van de heer Van den Bliek tot restitutie/herziening
van genoemde betaling, is door Uw raad op 22 januari 1981 af
wijzend besloten.
Bij brief van 25 februari 1981v) is de heer Van den Bliek van
dit besluit in kennis gesteld. Het betreffende besluit en het
daarbij behorende voorstel ligt ter visie.
Op 25 juni 1981 hebben wij een schrijven van gedeputeerde staten
van Noord-Brabant ontvangen met het verzoek een brief van de
heer Van den Bliek, door hem geschreven naar aanleiding van
Uw eerdergenoemd besluit van 22 januari 1981 en gericht aan
gedeputeerde staten, te behandelen als een bezwaarschrift in
de zin van de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschik
kingen (Wet Arob)
Gelet op de datum van ontvangst en de in acht te nemen termijnen
hebben wij Uw raad in Uw vergadering van 20 augustus 1981 voor
gesteld het besluit op dit bezwaarschrift met ingang van 24
augustus 1981 voor 30 dagen te verdagen.