bijl. nr. 340
3
Onroerend-goedbelastingen
Voor het jaar 1982 zijn ten aanzien van de heffing van de
onroerend-goedbelastingen thans een tweetal aspecten aan
de orde, te weten:
1. De aanpassing van de tarieven aan de te verwachten prijs
stijging en
2. De herwaardering van de grondslagen, waarnaar deze belas
tingen geheven worden en de invloed van deze herwaarde
ring op de hoogte van de tarieven.
Deze tarieven dienen aan de nieuwe grondslagen te worden
aangepast met als uitgangspunt dat de herwaardering van
de grondslagen op zich geen belastingverhoging in absolute
zin zal mogen veroorzaken.
ad1
Op grond van de "verordening onroerend-goedbelasting 1979"
wordt in het jaar 1981 geheven, zulks per 3.000,waarde
in het economische verkeer:
- ten laste van de feitelijke gebruikers 6,95
- ten laste van de zakelijk genothebbendenÆ’ 9,15
Indien deze tarieven, zoals in Uw vergadering van 15 april
1981 bij de vaststelling van de voorlopige budgettaire capa
citeit in principe werd besloten, met 9% worden verhoogd
bedragen deze:
- ten laste van de feitelijke gebruikers 7,60
- ten laste van de zakelijk genothebbenden 10,
Uit de laatst beschikbare gegevens ten behoeve van de hef
fing van de onroerend-goedbelastingen blijkt dat de waarde
in het economische verkeer voor het jaar 1981 totaal bedraagt
voor de
Feitelijke qebruikers Zakelijk genothebbenden
3.738.516.000 3.872.172.000
Voor het jaar 1982 moet
deze waarde worden ver
hoogd met 1150 woningen
a 75.000,-- 86.250.000
andere gebouwen 40.000.000
Totaal 3.864.766.000
Deze waarde in het economische verkeer
vormt een aantal eenheden
van 3.000,van 1.288.200
Als in het jaar 1982 bovengenoemde tarieven zouden worden
vastgesteld kan de opbrengst als volgt worden becijferd:
86.250.000
40.000.000
3.998.422.000
1.332.800