bijl. nr. 340 4 ten laste van de feitelijke gebruikers 1.288.200 x 7,60 ten laste van de zakelijk genothebbenden 1.332.800 x 10,— 9.790.300 13.328.000 Totaal 23.118.300 ad2 De onroerend-goedbelastingen worden sinds het belastingjaar 1979 geheven van de grondslag-waarde in het economische ver keer naar de toestand op 1 januari 1976. In artikel 3, eerste lid, van het besluit gemeentelijke on roerend-goedbelastingen is bepaald, dat de heffingsgrondslag vastgesteld wordt naar de toestand bij het begin van het belastingjaar dan wel naar de toestand op een bij de belas tingverordening te bepalen, ten hoogste vijf jaren eerder vallend tijdstip. Op grond van deze bepaling kan de naar de toestand op 1 ja nuari 1976 vastgestelde heffingsgrondslag slechts worden gehanteerd tot en met het belastingjaar 1981. Voor de belastingjaren 1982 en volgende moeten de grondsla gen dus opnieuw worden vastgesteld naar een andere, binnen de termijn van vijf jaren vallende toestand op 1 januari. Van het feit dat de grondslagen waarnaar de onroerend-goed belastingen worden geheven voor de belastingjaren 1982 en volgende opnieuw moeten worden vastgesteld, hebben wij Uw raad in Uw vergadering van 4 december 1980 in kennis gesteld (agenda-punt 44, bijlage 415)v). Bij de vaststelling van de waarde in het economische verkeer worden een tweetal categorieën gebouwen onderscheiden, te weten - de gebouwen die als woning in gebruik zijn en - de gebouwen die niet als woning in gebruik zijn, zoals bedrijven, fabrieken, kantoren, winkels, magazijnen, gara ges, e.d. Deze gebouwen worden bij het waarderen van de grondslagen van heffing als "bijzondere gebouwen" aange merkt. Het onroerend-goedbelastingenbestand 1982 zal ongeveer 51000 objecten bevatten waarvan een aantal van 41000 als woning, 5500 als garage en 4500 als bijzonder gebouw kan worden gekwa lificeerd. Het vaststellen van de waarde in het economische verkeer moet plaatsvinden door deskundigen en is een kostbare, tijd rovende werkzaamheid. Het binnen een beperkte tijd (eenmaal per vijf jaren) waarderen van 51000 objecten zou een inzet vergen van een groot aantal deskundigen in ambtelijk verband dan wel van een kostbaar extern apparaat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1674