bijl. nr. 340 5 In ons streven om de perceptiekosten zoveel mogelijk te beper ken hebben wij een werkpatroon ontwikkeld waarbij in opeen volgende tijdvakken van ongeveer vijf jaren of alleen de woningen of alleen de bijzondere gebouwen individueel worden gewaardeerd Bij dit werkpatroon kan met de inzet van een zeer gering aantal ambtelijke deskundigen en de mogelijkheden die de automatisering ons bieden worden volstaan. Zoals reeds werd vermeld geschiedt de heffing van de onroe- rend-goedbelastingen met ingang van het belastingjaar 1979 naar de waarde in het economische verkeer naar de toestand op 1 januari 1976. De vaststelling van deze grondslag is voor wat betreft de in de gemeente gelegen woningen tot stand gekomen langs de weg van de individuele taxatie, dat wil zeggen dat in principe de waarde van elke woning afzonderlijk is vastgesteld. De waarde van de bijzondere gebouwen naar de toestand op 1 januari 1976 is (na een ingesteld onderzoek) op administratieve wijze met gebruikmaking van indexcijfers geautomatiseerd vastgesteld. Deze werkwijze heeft in de ja ren 1979 tot en met 1981 in de praktijk zeker voldaan. Voor de vaststelling van de heffingsgrondslagen voor de belas tingjaren 1982 en volgende komen op grond van het besluit gemeentelijke onroerend-goedbelastingen in aanmerking de toestand op 1 januari 1977 en volgende jaren. Bij Uw besluit van 4 december 1980 is bepaald dat voor de belastingjaren 1982 en volgende de grondslagen worden vastgesteld naar de toestand op 1 januari 1979. Voor de vaststelling van de heffingsgrondslagen naar de toe stand op 1 januari 1979 kan de hiervoor omschreven werkwijze opnieuw worden gehanteerd, waarbij in tegenstelling tot het jaar 1979 thans de omgekeerde volgorde kan worden aangehou den t.w. - alle bijzondere gebouwen worden individueel gewaardeerd; - de waarde in het economische verkeer van alle woningen wordt op administratieve wijze langs de weg van de automati sering op indexbasis verhoogd van 1 januari 1976 naar 1 januari 1979. Uw raad heeft zich bij besluit van 4 december 1980 aan deze werkwijze geconformeerd. Zoals uit ons voorstel, behorende bij het ontwerp-besluit dat in Uw vergadering van 4 december 1980 is vastgesteld blijkt, is onderzocht met welk percentage de waarde in het economische verkeer van de woningen van 1 januari 1976 moet worden verhoogd naar 1 januari 1979. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft Uw raad bij genoemd besluit vastgesteld dat ten behoeve van de heffing voor de jaren 1982 en volgende akkoord wordt gegaan met een geautomatiseerde administratieve verhoging van de grondslag-waarde in het economische verkeer van de woningen van 1 januari 1976 naar 1 januari 1979 met 75%. Wij hebben in dit voorstel toegezegd dat in geval deze verhoging incidenteel tot een onjuiste belastingheffing zou leiden, deze grondslag uiteraard zal worden gecorrigeerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1675