gemeente Breda bij bijl. nr. 340 De raad der gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 277eerste lid, letter b, sub le, van de gemeentewet besluit; vast te stellen de volgende verordening op de heffing en in vordering van havengeld. Aard der heffing. Artikel 1. Onder de naam "havengeld" wordt in deze gemeente een recht ge heven ter zake van het gebruik van de havens met vaartuigen. Artikel 2. Deze verordening verstaat onder: 2. vaartuig 3. schipper 1. havens het openbaar water dat plaatselijk bekend is als de Belcrumhavende Krouwelaarhaven en het gedeelte van de Mark dat is gelegen ten noorden van de Trambrug, een en ander zoals gearceerd is aangegeven op de bij deze verordening behorende tekening. elk voorwerp, dienende of geschikt voor vervoer of verblijf te water. degene, die op een vaartuig met de leiding is belast of feitelijk de leiding in han den heeft dan wel diens plaatsvervanger. Voor het geval deze personen niet aanwe zig zijn wordt de eigenaar of gebruiker van het vaartuig als schipper aangemerkt. 4. waterverplaatsing: de in volumen uitgedrukte waterverplaat sing van een vaartuig tussen het vlak van de grootst toegelaten diepgang en het vlak van inzinking van het ledige vaartuig, vermeld in de geldende meet brief of bij gemis van een geldende meet brief, geschat door de havenmeester. degene die als zodanig door of namens burgemeester en wethouders is aangewezen of diens plaatsvervanger. de periode die is gelegen tussen het mo ment waarop met een vaartuig in de havens wordt binnengevaren en het moment waarop het vaartuig de havens verlaat. 5. havenmeester 6. reis

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1682