"bij bijl. nr. 340
- 14 -
6. De in het eerste, derde en vierde lid bedoelde begroting
van kosten wordt door of vanwege burgemeester en wethouders
vastgesteld, uitgaande van de door de aanvrager over te
leggen raming, tekening(en) en bestek(ken).
Bij de vaststelling van de begrote kosten is de aftrek der
belasting, bedoeld in artikel 2, juncto artikel 15 van de
Wet op de Omzetbelasting 1968, uitgesloten.
Burgemeester en wethouders geven van deze vaststelling schrif
telijk kennis aan de aanvrager.
7. Indien de bij de aanvrage om vergunning overgelegde begro
ting van kosten naar het oordeel van burgemeester en wet
houders onjuiste gegevens bevat, stellen zij het bedrag
van de geraamde kosten alsnog vast op een bedrag dat in
overeenstemming moet worden geacht met de reële bouwkosten
en worden de leges naar dat bedrag berekend.
8. Indien de in het eerste, derde en vierde lid bedoelde ver
gunning, vóórdat daarvan gebruik is gemaakt, wordt ingetrok
ken om redenen bij de aanvrager gelegen of ambtshalve wordt
ingetrokken op grond van artikel 52 van de Woningwet wordt
aan leges berekend 3/8 deel van hetgeen krachtens het eerste
lid verschuldigd is, met een minimum van f 30,70 in voor
komende gevallen vermeerderd met het bedrag dat op grond
van het bepaalde in het vijfde lid is verschuldigd.
9. Indien de gevraagde vergunning niet wordt verleend wordt
aan leges geheven f 37,70
Indien de gevraagde vergunning niet wordt
verleend en het verzoek om vergunning is ge
publiceerd in een of meer dagbladen wordt
bovendien het in lid 5 bedoelde bedrag aan
leges geheven van f 163,80
Artikel 30
1. a. De leges voor het afgeven van een verklaring van gereed
zijn voor ingebruikgeving of ingebruikneming als bedoeld
in artikel 28, lid 2, van de bouwverordening voor de
gemeente Breda c.q. een verklaring als bedoeld in artikel
54, lid 1, der Woningwet, bedragen per bouwwerk of per
woning in meergezinshuizen f 15,30
b. De leges voor het afgeven van een verkla
ring, als bedoeld onder a, bedragen voor
een gedeelte van een bouwwerk, waarvoor
de verklaring geldt f 15,30
c. De leges voor het afgeven van een woonver
gunning als bedoeld in artikel 55, lid 1,
der Woningwet, bedragen f 15,30
2. Indien binnen 1 jaar na het verlenen van de vergunning door
de vergunninghouder aan het gemeentebestuur schriftelijk
wordt kennisgegeven dat hij van de bouwvergunning geen ge
bruik zal maken, worden de leges genoemd in het le lid onder
a, voor zover deze zijn betaald aan hem gerestitueerd.