6. Burgemeester en wethouders kunnen het nemen van de beschik king op een aanvraag eenmaal voor ten hoogste twee maanden verdagen. Van hun besluit tot verdaging doen zijn vóór de afloop van de in het derde lid genoemde termijn van twee maanden, dan wel de in het vierde lid genoemde termijn van vier maanden, schriftelijk mededeling aan de aanvrager en aan de beheerder. 7. Bij de vergunning wordt een gewaarmerkt exemplaar van de op de vergunning betrekking hebbende tekeningen en be scheiden gevoegd. 8. Een gehele of gedeeltelijke weigering van een vergunning is met redenen omkleed en wordt schriftelijk aan de aanvrager toegezonden. 9. Burgemeester en wethouders zenden een afschrift van hun beschikking op de aanvraag toe aan: a. de aanvrager; b. de beheerder; c. de regionale inspecteur van het staatstoezicht op de volksgezondheid, belast met het toezicht op de hygiëne van het milieu. 10. Een beschikking tot verlening van een vergunning, blijft tenzij bij de beschikking gemotiveerd anders wordt be paald, buiten werking gedurende de voor het beroep ge stelde termijn en de behandeling van het beroep. Voorschriften verbonden aan vergunning Artikel 10. 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan de vergunning voor schriften verbinden. Deze voorschriften mogen slechts strekken: a. ter bescherming van het belang van de goede werking van de riolering, van het gebruik dat daarvan wordt gemaakt en van de belangen van derden tegen nadelen welke hier uit kunnen voortvloeien; b. ter uitvoering van de voorschriften welke door de be heerder aan de gemeente zijn gegeven. -8-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 172