"bij bijl. nr. 345
- 7 -
3. Binnen 14 dagen na de dag van het besluit van burgemeester en wethouders,
wordt aan de erfpachtster bij deurwaarderseksploit kennis gegeven van
dat besluit;
4. Indien vóór de bij het besluit van burgemeester en wethouders vastge
stelde dag, waarop het erfpachtsrecht geëindigd zal zijn, de oorzaak
der vervallenverklaring weggenomen wordt en vóór die dag bovendien
aan de gemeente vergoed worden de kosten van de volgens dit artikel
gedane kennisgevingen verliest het besluit van burgemeester en wet
houders zijn kracht en wordt het geacht niet te zijn genomen;
5. Is de termijn ongebruikt voorbijgegaan, dan is het erfpachtsrecht
geëindigd op de bij het besluit van burgemeester en wethouders vast
gestelde dag;
6. De gemeente is bevoegd, indien het erfpachtsrecht op de in dit arti
kel bedoelde wijze eindigt, daarvan te doen blijken in de openbare
registers met verwijzing naar het besluit van burgemeester en wethou
ders en naar de volgens dit artikel aan de erfpachtster gedane ken
nisgeving.
Artikel 21.
1. Indien het erfpachtsrecht eindigt op de in het vorige artikel bedoelde
wijze, mag de erfpachtster de opstal niet wegnemen en kan zij van
de gemeente geen vergoeding van de waarde vorderen;
2. De gemeente is verplicht binnen 6 maanden na de door het kollege van
burgemeester en wethouders vastgestelde dag, waarop het erfpachtsrecht
eindigt en de grond met opstal ter vrije beschikking van de gemeente
gesteld zijn, een openbare verkoping volgens plaatselijke gewoonten
en onder de gebruikelijke veilingvoorwaarden te doen houden en een
erfpachtsrecht op de grond met de opstal te verlenen voor het nog
niet verstreken gedeelte van de termijn van het geëindigde erfpachts
recht, onder de voor dat recht gegolden hebbende bepalingen en voorwaarden;
3. De opbrengst van de verkoping wordt aan de erfpachtsterwier erf
pachtsrecht geëindigd is, uitgekeerd na aftrek van hetgeen aan de
gemeente m.b.t. dat recht nog verschuldigd is en van de te haren
laste komende kosten der verkoping;
4. Indien echter het erfpachtsrecht met hypotheek bezwaard was, wordt
met afwijking van het bepaalde in het vorige lid, de opbrengst na af
trek van de achterstallige bedragen van de canon en van de in het
eerste lid van artikel 18. genoemde boete, aan de hypotheekhouders
uitgekeerd tot een door burgemeester en wethouders vast te stellen