bijl. nr. 346
3
In de ter zake dienende bijlagen (bijlage V en verder)
is niet alleen uitgegaan van de overeengekomen gewijzigde
factor, maar zijn de berekeningen ook gebaseerd op de voor
1981 vastgestelde tarieven (de ontwerp-nota ging uit van
de tarieven 1980)
Het advies van de Sp.A.R.
Het advies van de Sp.A.R., dat voor U ter inzage ligt,
kan worden beschouwd als de bundeling van de meest belang
rijke opmerkingen vanuit de georganiseerde sport.
De nota geeft duidelijk aan, dat er alleen sprake kan zijn
van een gelijkwaardigheidsprincipe ten aanzien van de ta
rieven alsook het basisaccommodatie aanbod gelijkwaardig
is
Gezien de thans gekozen methodiek is het van belang de
kostenontwikkelingen voor de sportvelden nauwgezet te vol
gen. Als de stijging van de energiekosten leidt tot een
onevenredig grote druk op de voor eigen rekening zijnde
kosten is het nodig de factor aan te passen. Daarnaast
is het gewenst een duidelijk inzicht te krijgen in dat
deel van de kosten, dat geen betrekking heeft op de primaire
en secundaire accommodatie (zoals energielasten kantines)
Met de Sp.A.R. zijn wij van mening, dat het noodzakelijk
zal zijn de nieuwe tariefmethodiek in te voeren met een
overgangsperiode
Met de door de Sp.A.R. gewenste periode van twee jaren
kunnen wij ons verenigen.
Omdat de verhoging van sommige tarieven, de jaarlijks door
het ministerie van Economische Zaken toegestane verhoging
overschrijdt, heeft ter zake overleg met het ministerie
plaatsgevonden
Het is niet te verwachten, dat het ministerie bezwaren
zal maken tegen de verhogingen van sommige tarieven.
In de nota nopens sport heeft Uw raad bepaald:
wijzigingen in de subsidiemethodiek zullen in begin
sel selfsupporting moeten zijn dat wil zeggen, dat door
wijzigingen wel een betere afstemming op de behoefte en
het sportbeleid wordt verkregen, en een rechtvaardiger
verdeling van de lasten, doch dat daarmee niet meer fi
nanciële middelen gemoeid behoren te worden".
Aangezien de nota subsidiebeleid in de sport voortvloeit
uit die nota is het door U vastgestelde beginsel in deze
nota als uitgangspunt gehanteerd. Dit betekent, dat het
totale budget voor de amateurssportbeoefening geen wijzi
ging ondergaat, zodat daadwerkelijk sprake is van interne
verschuivingen binnen het budget.
De meeropbrengst van de hier voorgestelde lijn met betrek
king tot tarievenonderbouw wordt geraamd op 50.000
na volledige invoering.
De extra-opbrengst in het eerste jaar wordt goeddeels te
niet gedaan door tariefsverlaging op bepaalde onderdelen
(zaalsporten)