- voor de riolering of voor de goede werking daarvan;'"
- voor de rioolwaterzuiveringsinstallatie of enig
ander werk waarop de riolering is aangesloten of voor
de goede werking daarvan;
- voor de aangeslotenen op de riolering, dan wel;
- voor het ontvangende oppervlaktewater
en aan dat bezwaar door het stellen van (nadere) voor
schriften redelijkerwijze niet of niet voldoende kan
worden tegemoet gekomen.
g. indien de vergunning, strekkende tot de vervanging van
een eerder voor de betreffende inrichting verleende ver
gunning van kracht is geworden;
h. indien de vergunninghouder schriftelijk heeft verklaard
van de vergunning geen gebruik (meer) te zullen maken.
2. De beschikking tot intrekking van een vergunning op grond
van het bepaalde in het eerste lid, onder a tot en met f,
wordt niet genomen dan nadat de beheerder en de houder van
de vergónning in de gelegenheid zijn gesteld hun oordeel
kenbaar te maken op de door burgemeester en wethouders te
bepalen wijze.
3. Op het nemen van een beschikking tot intrekking als bedoeld
in het vorige lid is het bepaalde in artikel 9, achtste en
negende lid, van overeenkomstige toepassing met dien ver
stande, dat voor "de aanvrager" wordt gelezen "de vergun
ninghouder"
4. Een beschikking tot intrekking van een vergunning blijft,
tenzij bij de beschikking in spoedeisende gevallen ge
motiveerd anders wordt bepaald, buiten werking gedurende
de voor het beroep gestelde termijn en de behandeling van
het beroep.
Toezenden beschikking
Artikel 15.
Bij het toezenden van een krachtens het bepaalde in deze ver
ordening genomen beschikking wordt mededeling gedaan van de
rechten, die kunnen worden ontleend aan het bepaalde in
artikel 16 en/of 18, voor zover deze rechten van toepassing
-12-