stoffen daaronder begrepen, indien met het oog op de
veiligheid en de goede staat en de werking van de riolering,
het (de) zuiveringtechnische werk(en), dan wel de zuiver
heid van het oppervlaktewater, onverwijld ingrijpen ge
boden is.
3. Een mondelinge last, als bedoeld in het vorige lid, wordt zo
spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijf dagen, schrifte
lijk door burgemeester en wethouders bevestigd.
Geheimhouding
Artikel 27
Allen die betrokken zijn of zijn geweest bij de uitvoering van
deze verordening zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken
ten aanzien waarvan burgemeester en wethouders hun geheimhouding
hebben opgelegd of waarvan zij het vertrouwelijk karakter moeten
begrijpen.
Overgangsbepaling
Artikel 28
1. Het in artikel 2 en/of artikel 3 gestelde verbod geldt niet
voor degenen, die bij het in werking treden van deze verorde
ning de in deze artikelen bedoelde stoffen op de riolering
lozen
a. door middel van het lozen van een hoeveelheid afvalwater
van meer dan 10.000 m3 per jaar: gedurende een termijn
van zes maanden na bedoelde datum van in werking treding;
b. door middel van het lozen van een hoeveelheid afvalwater
van meer dan 2500 m3doch minder dan 10.000 m3 per jaar
gedurende een termijn van twaalf maanden na bedoelde
datum van in werking treding;
c. door middel van het lozen van een hoeveelheid afvalwater
van minder dan 2500 m3 per jaar: gedurende een termijn
van vier en twintig maanden na bedoelde datum van in
werking treding.
2. De in het eerste lid genoemde termijnen worden verlengd, in
dien en voor zover binnen die onderscheidenlijk van toepassing
-21-