zijnde termijn voor het lozen van de in dat lid bedoelde stoffen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, zesde lid, onder b. of in de artikelen 5 en 6 een ontheffing onder scheidenlijk een vergunning is aangevraagd tot de datum waarop de beschikking op die aanvraag onherroepelijk is geworden 3. Het bepaalde in het eerste en/of het tweede lid geldt niet voor degenen, die de in het eerste lid bedoelde stoffen op de riolering lozen, indien en voor zover ten aanzien van de betreffende inrichting de krachtens het bepaalde in artikel 4 gestelde nadere regels van toepassing zijn. Slotbepaling Artikel 29 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Lozingsverorde ning riolering Breda". 2. Zij treedt in werking met ingang van de dertigste dag na die, waarop zij is afgekondigd. -22-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 186