bijl. nr. 390 Hoewel energiebesparing de hoofddoelstelling is van stadsverwarming en stadsverwarming werkgelegenheid schept zal hierna de nadruk worden gelegd op de financieel-economische gegevens omdat de rentabiliteit van het project moet worden onderzocht. Vanwege onder andere de verwevenheid met de inzet van productie-middelen c.a is het noodzakelijk te rapporteren over het totale project, waardoor alleen door vergelijking met het oude project het effect van de uitbreiding te zien is. Om de effecten van de uitbreiding te kunnen etaleren is het nodig de evaluatie van het bestaande project op gelijk niveau te brengen met de thans voorliggende rapportage. In het raadsvoorstel van 12 maart 1981 (bijlage 87) werd de evaluatie van het KEMA-rapport op basis van ontwikkelingen tot medio 1980 behandeld(voor stel ligt ter inzage) Daarin wordt geadviseerd de volgende uitgangspunten te hanteren: - Inflatie 5% an een gemiddelde rentestand van 9 - Vertraging in de woningbouw - Verhouding kolen- en olieprijs van 55 100 - Het rendement van de individuele c.v. ketel voor eengezinswoningen loopt van 70 op naar 80%. - Door energie-besparing na aansluiting op stadsverwarming loopt de omzet terug met 10% in de nieuwbouw en 20% in bestaande woningen. Als wij ons richten op het eindresultaat van het project dan was de prognose na verwerking van het advies in de cijferopstelling 44,5 miljoen gulden. Teneinde op dezelfde basis te werken als het nu aangeboden KEMA-rapport "Marktverkenning in Breda" is nog de volgende bijstelling nodig: - Verlaging van het resultaat met 9,2 miljoen enerzijds doordat in het rekenprogramma het vastrecht bedrag te hoog was ingezet en anderzijds doordat het project met één jaar verlengd is. (KEMA van 1979 tot 2004, KEMA marktverkenning van 1979-2005). De basis voor de beoordeling voor de economische rentabiliteit, rekening houdend met bovengenoemde uitgangspunten, wordt in het onderstaande overzicht weergegeven. Hieruit blijkt welke factoren van invloed zijn geweest op de wijziging van de resultaten uit het basis-model. Kolom I Resultaten in contante waarde in miljoenen guldens van het totale uitgebreide project. Kolom II Idem van het project Haagse Beemden en Breda-Noord Kolom III Idem van de toevoeging. Onderwerp/variant 1. Basismodel, invloed van: 1. vertraging in de woningbouw 2. verhouding kolen/olieprijs 3. energiebesparing/ lagere omzet 10in H.B. 20% overig 4. hoger ketelrendement 7Q/80%(eengezinswoning) Resultaat advies met als basis rapportage KEMA: I 92,2 - 5,9 12,8 - 23,5 - 21,2 54*4 II 62,5 - 5,9 8,9 - 13,8 - 16,4 35*3 III 29,7 3,9 9,7 - 4,8 12*1 Inmiddels waren de ontwikkelingen zodanig, dat de uitgangspunten voor de marktverkenning moetsen worden aangepast. De olieprijs was ultimo 1980 gestegen tot 500,per ton. Mede als gevolg daarvan was het nodig de investeringsbedragen met 10% te verhogen. De rente, waarvan de hoogte ons zorgen baart, is ingezet voor 12%.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1900