bijl. nr. 390 Als de intenties terzake van de oliepariteit voor de aardgasprijs binnen redelijke termijn worden benaderd blijft zeker sprake van een rendabel project. De maatschappelijke druk om de aardgasprijs minder snel en minder omvangrijk te doen stijgen wordt echter groot,, Uit het voorgaande blijkt, dat harde afspraken nodig zijn bij een besluit tot uitbreiding van het stadsverwarmingsproject. 2. Ontwikkelingen sinds de start stadsverwarming in 1978. De in 1978 gedachte aardgasprijsontwikkelingen, waarvan variant 6 aangaf dat in 1986 32,0 cent/m3 bereikt zou worden, blijkt nu reeds sterk achter haald. Per 1 januari 1981 was reeds 39,9 cent/m3 bereikt. Inmiddels is echter wel een tweede olieprijscrisis geweest welke zelfs grotere verhogingen gaf dan in 1973. Het regeringsstandpunt inzake oliepariteit van de aardgas prijs is nog steeds geldig en de sterke energieprijsstijgingen verhogen de roep om energiebesparing. j Teneinde de voortdurende discussies omtrent de wenselijkheid energiebesparing te bereiken middels isolatie, hogere rendementsketels, warmtepompen of mogelijke andere opties in vergelijking met stadsverwarming, inzichtelijk te maken voor beslissers is een Commissie door de Rijksoverheid ingesteld (Commissie Ruimteverwarming - C.O.R.V.), waarin de Ministeries van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken, de VEGIN, de Gasunie het VEG-Gasinstituut en de NEOM vertegenwoordigd zijn. Fase 1 van de studie* is inmiddels afgesloten waarin een rapportage aan de hand van een rekenmodel van het N.E.I. is gepubliceerd. In een tweede fase zal het model operationeel voor de toepassing op lokale projecten worden gemaakt. De VESTIN is uitgenodigd om aan de tweede fase deel te nemen. De resultaten van de eerste fase zijn dat voor maximale energie-besparing de stadsverwarming varianten favoriet zijn en dat verhoogde isolatie mits aangebracht vóór de aanleg van de stadsverwarming geen invloed heeft op de rentabiliteit. Wenst men echter een korte terugverdientijd van zijn investeringen en neemt men genoegen met een veel lagere energiebesparing, dan komen isolatie; hoog-rendement-ketel en andere besparingsopties eerst in aanmerking. De keuze, wat men wil met energiebesparing, blijft echter op het lokale niveau. Onze invalshoek blijft: maximale energiebesparing bij een goed rendement 3. Mede van belang zijn de factoren: a. Wijkverwarming IJpelaar. Dat voor een mogelijke uitbreiding van het project stadsverwarming de mogelijkheid van aansluiting van IJpelaar in studie is genomen was voor een deel gegrond op de wetenschap dat na realisering van de stadsverwarming kwaliteit met stadsverwarmingstarieven in Breda-Noord eenzelfde mogelijkheid voor IJpelaar Zuid in discussie zou komen. Aan deze IJpelaar-problematiek is, toegespitst op de hoogte van de verwarmingskosten, ruimschoots aandacht verleend. De conclusie van deze beschouwingen is dat de beste oplossing voor energiebesparing en de consument een aansluiting op stadsverwarming zal zijn. Ligt ter inzage

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1902