bijl. nr. 391
- 3 -
3-3 Vergelijking van kosten voor bewoners tussen wijkverwarming en individuele
units is een moeilijke zaak omdat die vergelijking door aangeslotenen
op de wijkverwarming wordt gehouden bij huidige prijzen en stand van
techniek en isolatie.
3.2 Voor de wijkverwarming heeft altijd gegolden dat deze kostendekkend moest
zijn.ofschoon bij de tweede nota wijkverwarming wel een deel van de
aanloop-verlieeen voor rekening van de gemeente is genomen.
De investeringen waren toen per woning beduidend lager dan individuele units.
In de latere Jaren zijn door de aardgas-hausse de prijzen van individuele unit
sterk verlaagd. Door lagere onderhouds-en energiekosten grootverbruikers
contract) bleef echter de totaallast per jaar per woning nog ruimschoots
acceptabel, in vergelijking met andere systemen.
Do laatste jaren zijn echter de energiekosten drastisch omhoog gegaan.
Enwa heeft, daar waar de mogelijkheid aanwezig was, het leidingnet van een
betere isolatie voorzien. Het is echter niet rendabel om in de wijkverwarmings
situatie het gehele leidingnet te vernieuwen en de isolatie te verbeteren.
Voorts is, naarmate de techniek dit toestond, een aanvang gemaakt met de
toepassing van regelbare pompen. Hiermede wordt naaot de technische
verbetering, ook energie bespaard, zodat dit financieel-economisch een
verantwoorde stap is. j
Het Energie-en Waterbedrijf heeft naarmate de techniek beschikbaar kwam
(leidingisolatie, toerengeregelde pompen en drukverschil^regelaarsdeze
onder zoveel mogelijk economische haalbaarheid toegepast bij de wijkverwarming
De door sommige groepen aangedragen grote terreinleidingverliezenzoals die
in de begroting zouden zijn aangegeven, zijn niet alleen terreinleiding-
verliezen, doch de totale verliespost van terreinleidingen en ketelhuis.
Als het ketelhuis-verlies op 10 wordt gesteld, rest voor de terreinleiding-
verliezen nog ongeveer 10
Daarbij komt dat in de individuele sfeer overheidssubsidies worden verstrekt
voor isolatie en HR-ketels, terwijl de wijkverwarming verstoken blijft
van overheidssteun en rabat voor inkoop en gros.
Uit bijlage I is af te lezen, dat bij een reële kostenvergelijking de
aangeslotenen op de wijkverwarming 500.000,per jaar
550,per woning) meer betalen dan bij toepassing van een individuele
CV-unit; dit bedrag is 300.000,groot, wanneer de boekwaarde van de
wijkverwarming wordt afgekocht door bewoners (kolommen 1 en 3).
Tevens is af te lezen, dat energiebesparende maatregelen met behoud van
wijkverwarming wel leidt tot een teruggang in het verbruik met 900.000 m3
per jaar, maar dat de bewoners daarvoor 100.000,per jaar meer moeten
betalen (kolommen 1 en 2).
Kolom 4 van de bijlage laat zien, dat stadsverwarming de grootste
energiebesparing en de laagste kosten geeft. Die laagste kosten ontstaan,
doordat bewoners geen CV-unit behoeven te installeren, noch boekwaarde
behoeven af te kopen.
De opbouw van de verschillende getallen op bijlage 1 wordt gevonden op
bijlage 3-
De uitkomsten stemmen overeen met de - overigens dan wel afgezwakte -
gevoelens van adressanten van 84 vrije sector en de huurdersvereniging
De Kastelen.
Groepsmetingen worden in IJpelaar wel toegepast, doch de uitkomsten zijn
nauwelijks hanteerbaarOnverkorte handhaving van die uitkomsten zou ertoe
leiden, dat de woningwetoector veel zwaarder zou moeten worden belast
dan aannemelijk is op grond van de geïnstalleerde capaciteit.