bijl.nr. 392 2 In het 130/80 systeem wordt de instelbaarheid vergroot door toepassing van en parabolische kegel in de radiatorkraan. Omdat bij een grote klepautoriteit gesproken moet worden van instelbare kranen, zijn de gegevens juist vermeld in eerderge noemde notitie "maximalisering enz." In Breda ligt de verhouding van de verdeling van de brandstof kosten in een vast en variabel gedeelte op rond 20 80; Warmte meter B.V. hanteert 35 65 en T.N.O. adviseert 50 50. De systematiek 20 80 is gehandhaafd gebleven, omdat daarmede wordt bereikt, dat energiebesparing zoveel mogelijk doorwerkt in lagere kosten voor de verbruiker. Op de bijlage zijn de ver schillende verdelingsmethoden in een grafiek weergegeven. Uit de grafiek blijkt, dat het systeem Breda lage verbruiken minder en hoge verbruiken meer belast dan de andere systemen. Een moeilijk punt, dat uit het onderzoek blijkt, is dat de meet- correctie eigenlijk per radiator moet worden bekeken. Dat maakt een afrekening echter zo duur dat naar een praktische oplossing moet worden gezocht, die bestaat uit meetcorrectiesIn de grafiek is tevens de lijn aangegeven, die ontstaat na het toepassen van de voorgestelde meetcorreetiesZowel T.N.O. als Warmtemeter passen een vorm van correctie toe; in beide gevallen wordt het vaste gedeelte van de brandstofkosten hoger vastgesteld dan bij enwa; in plaats van 20% vast wordt gerekend met 50% respec tievelijk 35% vast") De meetcorreetiedie door ons in de notitie "maximalisering verbruik wijkverwarming bij toepassing van Clorius-meterswerd voorgesteld, kent voor de bovenzijde sterkere argumenten dan voor de benedenkant. Bij een hoog verbruik is het gebruik van alle radiatoren aan nemelijk, waardoor het verbruik per radiator minder relevant is Bij een laag verbruik kunnen een aantal radiatoren in afgeslo ten toestand staan; op de natuurlijke verdamping, die dan plaats vindt, behoeft uiteraard geen correctie te worden toegepast. Er bestaat daarom onzerzijds geen bezwaar om de correctie op lage verbruiken te laten vervallen. Uit het T.N.O.-rapport is een meetcorreetie af te leiden van 20%. Een verhoging met 15% die qua hoogte discutabel is, wordt ge wenst geacht om de verhoogde meetonnauwkeurigheid als gevolg van een te lage bevestiging van warmtemeters en het ontbreken van voldoende schalen te compenseren. Over deze zaken zal con tact worden opgenomen met Warmtemeter B.V. Wat wordt gewenst is een rechtvaardige toerekening van kosten; dit doel is niet geheel te bereiken. Wel menen wij intussen, dat inzichtelijkheid in de afrekening voor verbruikers een duidelijker accent moet krijgen dan bereik baar is met het in meergenoemde notitie voorgestelde systeem van afrekening. Wij hebben daarom besloten U voor te stellen over te stappen op de afrekeningsmethode, zoals die door Warmtemeter B.V. wordt aanbevolen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1919