- 5 - bijl. nr. 393
De calculaties zijn alle dynamisch terwijl de berekeningen van de Energie-
winkel statisch zijn, zodat invloeden van wijzigingen in energieprijzen,
rente- en inflatiepercentages op langere termijn niet aanwezig zijn.
Aandeel Breda; Investering.
In het door de Energiewinkel opgestelde overzicht ontbreken een aantal
essentiële zaken, met name
a. exploitatiekosten
b. dynamische in- en verkoopprijzen
c. warmteverliezen tijdens transport en distributie
d. bij lagere verkoop worden minder hoeveelheden ingekocht.
Voorts wordt opgemerkt, dat de rentabiliteit van de stadsverwarming moet
worden vastgesteld op basis van totaalinvesteringen, derhalve inclusief
de investeringskosten die nodig zouden zijn geweest in de gassituatie.
Aandeel PNEM: Investering.
De relevante opmerkingen, die bij "Breda" zijn gemaakt zijn ook hierbij
van toepassing. x
Energie-inkoop van Breda
Het vermogensverlies van de electriciteits-centrale, als gevolg van de
aftapmethode, is verdisconteerd in de inkoopprijs en als zodanig in alle
berekeningen van de KEMA meegenomen.
Het verschil tussen inkoop- en verkoophoeveelheden, door Energie-winkel
wordt 12?ó genoemd, wordt gevormd door warmteverliezen tijdens transport
en distributie.
Minder opbrengst S.V.- Breda.
De Energie-winkel haalt het rapport "Onderzoek naar de relatie inkomen
en gasverbruik van gezingshuishoudingen" aan, waarin het gemiddelde gas
verbruik voorkomt van 2.750 m3 per jaar.
In het kader van stadsverwarming is de relatie foutief gelegd.
Bedoeld onderzoek geeft als resultaat voor het gemiddeld gasverbruik voor
éénkamer en centrale verwarming 2.750 m3.
Tabel 5b uit hetzelfde rapport geeft bij centrale verwarming een minimum
gemiddeld verbruik, groot 2.800 m3 en een maximum verbruik groot 3.455
m3.
Het gewogen gemiddelde bedraagt dan 3.055 m3.
Laatstgenoemd verbruik ligt ll?ó hoger dan het veronderstelde verbruik
van 2.750 m3.
Hierdoor wordt de genoemde 317 TJ gewijzigd in 243 TJ voorzover het gemiddelde
woningtype uit het onderzoek van toepassing is op het gebied Haagse Beemden.
Het woningtype is belangrijk, omdat volgens punt 6.2 van meergenoemd
onderzoek er "een sterk verband bestaat tussen gasverbruik en de grootte
van de woning".
De becijfering van de Energie-winkel zou kunnen leiden tot een verkeerde
interpretatie. Men schrijft, dat de minder opbrengst bij de gegeven ver
onderstellingen 6,0 miljoen gulden bedraagt, dit leidt echter niet tot
een verlaging van het resultaat met 6,0 miljoen gulden, omdat de niet
verkochte hoeveelheden een verlaging van de inkoopkosten veroorzaken.
In die context is de opstelling van 6,0 en 1,8 miljoen gulden (boete)
niet correct.
Overigens bevat onze evaluatie van april 1981 reeds besparingen van 15?ó
in Haagse Beemden en 25SÓ in Breda Noord en is ook in het thans voorliggende
raadsvoorstel uitbreiding stadsverwarming eenzelfde besparings tendens
ingebouwd.
Energie-inkoop Breda met en zonder 5.V.
In de becijfering gegeven onder A is een telfout geslopen 0,6 10,9
11,5 in plaats van 12,5 miljoen gulden.
Voor het overige geeft dit hoofdstuk ons geen aanleiding om te reageren.