bijl. nr. 394 2 Eind 1980 en gedurende de eerste helft van 1981 werden bij genoemde scholen verschillende malen vernielingen aangericht. Met recht wordt voor vergoeding van de schade een beroep gedaan op het bepaalde in artikel 50 c.q. artikel 72. 4. De van het schoolbestuur Stichting Katholiek Onderwijs Breda- Noord ontvangen verzoeken: a. betreffende het aanbrengen van een inbraakbeveiliging ten behoeve van de k.o./g.l.o.-school Oosterzelestraat 4/ Vlaanderenstraat 56. Gedurende de afgelopen jaren hebben beide scholen regel matig schade en hinder ondervonden als gevolg van inbraak. Door beschikbaarstelling van gelden voor het aanbrengen van een beveiliging hiertegen worden de normale eisen niet overschreden. b. betreffende de ombouw van een c.v.-installatie ten behoe ve van de g.l.o.-school Hendrik Berlagestraat 81. Tijdens de in 1980 plaatsgevonden verbouwingswerkzaamhe- den t.b.v. de huisvesting van het kleuteronderwijs bleek de aanwezige c.v.-ketel te zijn versleten. Spoedshalve heeft het schoolbestuur deze doen vervangen. Hiermede kan akkoord worden gegaan. Blijkens ter zake geldende jurisprudentie dient een schoolbestuur voor vervanging van de c.v.-installatie gelden te reserveren uit de jaarlijks exploitatievergoe dingen. Uitgaande van een normale levensduur van 20 jaar, heeft in dit geval het bestuur kunnen reserveren tot 15/20e gedeelte van de vervangingskosten (ketel dateerde van 1965)Eveneens heeft het bestuur van de gelegenheid gebruik gemaakt om de installatie om te schakelen op gas. Door beschikbaarstelling van gelden voor deze ver andering van inrichting worden de normale eisen niet overschreden. 5. Het van het bestuur van de Scholenstichting St. Marie ont vangen verzoek, betreffende het herstel van inbraakschade ten behoeve van de bu.o.-school Landheining 6 Bij een inbraak in de vroegere dependance Tielrodestraat werd geluidsapparatuur en gereedschap ontvreemd. De normale eisen worden niet overschreden, indien medewer king wordt verleend voor zover deze hulpmiddelen niet als afgeschreven dienden te worden beschouwd. Wij stellen U voor ten aanzien van bovengenoemde aanvragen de navolgende beslissingen te nemen: 1. ten aanzien van de punten 1 t/m 4a de gevraagde medewerking te verlenen; 2. ten aanzien van de punten 4b en 5 de medewerking te verlenen, met inachtname van de afschrijvingstermijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1932