bijl. nr. 395 De op dat moment nog onduidelijke vragen rond de deeltijdbanen in het onderwijs waren in 1979 aanleiding tot het betrachten van voorzichtigheid bij de start van deeltijdbetrekkingen. Deze behoedzaamheid resulteerde in enkele voorbehouden: a. alleen over te gaan tot een deeltijdbaan in kleuter- en lager onderwijs als een aantal voorwaarden zijn vervuld (o.a. alléén in tijdelijk dienstverband) b. schoolleiders(-sters) in kleuter-, lager en buitengewoon onderwijs en onderwijsgevenden in het buitengewoon onderwijs geen gelegenheid tot deeltijdarbeid te bieden. Evaluatie van beide genoemde situaties is voor ons college nu aanleiding nadere overwegingen en voorstellen aan Uw raad voor te leggen. Ons is gebleken dat met name het verplichte tijdelijke karakter van een eerste aanstelling in een deeltijdbaan voor reeds in een vast dienstverband werkzame onderwijsgevenden (binnen het openbaar onderwijs Breda) een belemmering vormt. Realisering van hun wens tot deeltijdarbeid is alléén mogelijk door acceptatie van een forse teruggang in rechtspositie nl. het aangaan van een vast dienstverband naar aanstelling van tijdelijke aard. Ten einde deze belemmering weg te nemen stellen wij Uw raad voor de inrichting van deeltijdbanen in het openbaar kleuter en lager onderwijs door aanstelling van onderwijsgevenden in een vast dienstverband mogelijk te maken. De overige gestelde voorwaarden rond deeltijdbanen in het onder wijs dienen ook in dit geval vervuld te zijn. Met betrekking tot de overige voorbehouden zullen wij na over leg met de schoolteams, oudercommissies en gemeenschappelijke schoolraad bezien of het voorleggen van nadere voorstellen aan Uw raad aanbeveling verdient. Ons college doet dit voorstel in overeenstemming met het advies van de commissie onderwijs in Uw raad. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. Van den Dam secretaris. 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1935