bijl. nr. 403
2
- hoewel aangenomen wordt, dat deze verbouwing in strijd is
met de bouwverordening, is appellant van mening, dat met het
bestaan van dit bouwwerk geen enkel algemeen belang geschaad
wordt
- verzocht wordt alsnog de bouwvergunning te doen verlenen met
eventueel aan te brengen wijzigingen in het bouwplan, waardoor
de verbouwing aan de bepalingen van de bouwverordening zal
voldoen.
Voor het perceel Polderstraat 6, waarop het bouwplan is gereali
seerd, geldt geen bestemmingsplan. Het bouwplan dient derhalve
alleen getoetst te worden aan de bepalingen van de gemeente
lijke bouwverordening.
De scheidingswand, welke aan de zijkant van de woning is gele
gen, is in strijd met artikel 40 van eerdergenoemde bouwver
ordening, aangezien de voorgevelrooilijn overschreden wordt.
Van het bepaalde in genoemd artikel 40 is geen vrijstelling
mogelij k
Het overdekken van het erf, gelegen tussen de woning en de gara
ge, is in strijd met het bepaalde in artikel 49 van de bouwver
ordening
In artikel 49 wordt gesteld, dat bij een tot bewoning bestemd
gebouw een erf aanwezig moet zijn, dat
- vanuit het gebouw toegankelijk is;
- over de volle breedte van het gebouw aansluit aan de achter
gevel
- voor wat betreft het achter het gebouw gelegen deel, dat is
begrepen tussen het verlengde van de zijgevels, een diepte
heeft van ten minste 5 meter.
Voor het overdekken van het erf kan eveneens geen vrijstelling
verleend worden.
De scheidingswand en de overdekking van de binnenplaats zijn
reeds gerealiseerd, hetgeen moge blijken uit de brief van de
dienst van openbare werken aan de heer Huisken d.d. 17 maart
1980. Een kopie van deze brief ligt voor Uw raad ter visie.
Ingevolge het bepaalde in artikel 48 van de Woningwet is ons
college verplicht, indien het bouwwerk waarop de aanvraag betrek
king heeft niet voldoet aan de bouwverordening, de bouwvergun
ning te weigeren.
Gelet op het vorenstaande is naar onze mening de weigering van
de bouwvergunning terecht geschied.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 390, lid 3 van de bouw
verordening is de heer Huisken in de commissievergadering van
29 oktober 1981 gehoord. Het proces-verbaal")opgemaakt van
deze hoorzitting, ligt voor U ter visie.
Wij stellen U voor overeenkomstig bijgevoegd concept te beslui
ten tot ongegrondverklaring van het beroep tegen de weigering
van de bouwvergunning.