bijl. nr. 407
2
De tekst van de artikelen 8 en 21 c van het uitbreidingsplan
Boeimeer N.W. 1964 dient dan als volgt te worden gewijzigd:
artikel 8 na het woord "sociale" dient het woord "medische"
te worden toegevoegd;
artikel 21 c dient als volgt te luiden: burgemeester en wet
houders kunnen vrijstelling verlenen van het
bepaalde in artikel 8 voor de bouw van een bij
de bestemming behorende woning, mits de bebouwde
oppervlakte van een woning ten hoogste 50% van
de totale bebouwde oppervlakte bedraagt en voorts
met inachtname van de volgende eisen:
1. de hoogte ten hoogste 6 m;
2. de inhoud van 300 tot 500 m3
3. de afstand van een vrijstaande woning tot
enige andere bebouwing ten minste 5m.
Het huidige artikel 21c dient te worden vernummerd tot artikel
21 d. Met ingang van 20 juli 1981 heeft de toelichting van de
voorgestelde aanpassing van de voorschriften van genoemd uitbrei
dingsplan gedurende een maand in het gemeentelijk informatiecen
trum ter inzage gelegen.
Er zijn schriftelijke bezwaren") ingediend door:
1. het bestuur van de vereniging woonbelangen Boeimeer (i.o.),
p/a Brederostraat 57 te Breda;
2. de heer J. Haanen, P.C. Hooftstraat 14 te Breda mede namens
de bewoners van de panden P.C. Hooftstraat 8 - 16 en 20
te Breda.
Ad.l. Appellanten stellen dat door steeds weer herhaalde, inci
dentele afwijkingen van de vigerende bestemmingsplannen
het leef- en woonklimaat in de wijk Boeimeer wordt aange
tast. Door het incidentele karakter van de ingrepen wordt
een gedegen inspraak van de wijk als totaal bij bestem
mingsplanver ander ingen verhinderd
Appellanten achten de herhaalde en incidentele toepassing
van de artikel 19 procedure een verkeerde toepassing van
het ruimtelijk ordeningsrecht.
Appellanten zijn de mening toegedaan dat wat de wijk Boei
meer betreft gesproken dient te worden van een volledig
uitgevoerd bestemmingsplan, waarmee de wijk haar kenmer
kend karakter heeft gekregen.
Appellanten zijn van oordeel dat alleen een gelijktijdig
aan te pakken integrale herziening van alle (deel-) bestem
mingsplannen die betrekking hebben op de wijk Boeimeer
de mogelijkheid bieden voor een verantwoorde besluitvor
ming met een gewaarborgde inspraakprocedure voor de totale
wijk Boeimeer. Daarbij kunnen de wijk- en individuele
belangen worden afgewogen tegen het algemeen belang van
noodzakelijke veranderingen.
Ad 2. Appellant verwijst naar een door hem ingediend bezwaar
schrift d.d. februari 1979 tegen het voornemen van ons
college om na het voeren van een bezwarenprocedure aan
de heer Leyten vergunning te verlenen tot het bouwen van
een woonhuis op een perceel grond gelegen aan de Bilder-
dijkstraat/Brederostraat. Het bezwaar van de heer Haanen
was gebaseerd op de volgende overwegingen: