bijl. nr. 407 3 1 de aantasting van de grondslagen van de stedebouwkun- dige opzet van de wijk; 2 het feit, dat opnieuw een aanslag wordt gepleegd op het groen van de wijk; 3 de bezwaren van ad hoe ingrijpen in een volgroeide wijk; 4 de aantasting van de rechtszekerheid door incidentele bestemmingsveranderingen 5 het feitelijk collectieve gebruik van het perceel dat beperkt of onmogelijk gemaakt zou worden door bebouwing; 6 de twijfel over de noodzaak van het individuele bouw plan op dat perceel. Appellant stelt dat een groot gedeelte van de hiervoor- genoemde bezwaren ook betrekking heeft op het terrein gelegen aan de P.C. Hooftstraat (is voor Uw raad ter in zage gelegd) Appellant stelt bezwaar te hebben tegen wijziging van het woordje "sociale" in het woord "medische" met het doel een privéwoning te bouwen op een perceel grond met de bestemming "bijzondere gebouwen". Appellant stelt dat dit incidentele wijzigingen zijn en dat dit nooit de opzet kan zijn geweest bij het vaststel len van de bestemmingsplannen. Door appellant wordt verder nog gememoreerd aan een gesprek met een lid van ons college. Met betrekking tot de ingediende bezwaren merken wij het volgende op De heer Leyten heeft in het verleden getracht een woning in de wijk Boeimeer te verwerven waar hij tevens zijn huisartsen praktijk zou kunnen uitoefenen. Toen dit niet lukte had hij het voornemen een huisartsenpraktijkruimte met dienstwoning te realiseren op een perceel grond gelegen Bilderdijkstraat/ BrederostraatNa het voeren van een informele bezwarenproce dure en de daartegen ingebrachte bezwaren heeft hij afgezien van de bouwplannen voor dit perceel. Op het verzoek van de heer Leyten heeft Uw raad besloten een perceel grond gelegen aan de P.C. Hooftstraat aan hem te ver kopen. Op grond van de vigerende bestemming werd aldaar de huis artsenpraktijkruimte gerealiseerd en is inmiddels in gebruik genomen Tevens verzocht de heer Leyten een perceel grond gelegen naast de praktijkruimte voor hem te reserveren om daarop een dienst woning te bouwen alsmede tot aanpassing van de voorschriften van het vigerend bestemmingsplan om de bouw mogelijk te maken. Ons college achtte het verzoek van de heer Leyten zowel uit een oogpunt van dienstverlening voor de patiënten als uit prak tisch oogpunt alleszins redelijk en zegde in principe medewerking toe. Wel werd de heer Leyten er opmerkzaam op gemaakt dat de uiteindelijke beslissing door Uw raad diende te worden genomen. Het door appellant Haanen gestelde in zijn bezwaarschrift dat het woord "sociale" wordt vervangen door het woord "medische" is niet juist. Het woord medische wordt aan artikel 8 toegevoegd. Aan het in het bezwaarschrift gememoreerd gesprek met een lid van ons college kunnen geen rechten worden ontleend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1974