bijl. nr. 407
4
Appellant is toen gewezen op de mogelijkheid tot het indienen
van bezwaarschriften bij de ter visielegging van het ontwerp
van de aanpassing der bestemmingsplanvoorschriften.
Met betrekking tot de door beide appellanten gemaakte opmerkin
gen betreffende incidentele wijzigingen van bestemmingsplannen
delen wij U mede, dat op grond van de vigerende bestemming op
het onderhavige terrein reeds bebouwing was toegestaan. Wij
zijn het dan ook niet eens met de gemaakte opmerking dat het
woon- en leefklimaat in de wijk wordt aangetast.
Wij zijn van mening, dat de onderhavige wijziging in de bestaan
de bebouwingsmogelijkheid weloverwogen heeft plaatsgevonden.
Ook de toepassing van artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke
ordening, in dit geval na de vaststelling door Uw raad van de
herziening, is volkomen in overeenstemming met de wet.
Bij de ter visielegging van het bouwplan worden belanghebbenden
wederom in de gelegenheid gesteld om een bezwaarschrift in te
dienen.
De St.A.R. heeft bij schrijven d.d. 1 juli 1981") medegedeeld
geen bezwaar te hebben tegen de voorgestelde aanpassing van
de voorschriften van het uitbreidingsplan Boeimeer N.W. 1964.
De toelichting van de voorgestelde aanpassing van de voorschrif
ten is voor U ter inzage gelegd in de leeskamer, alsmede de
ingekomen bezwaarschriften.
Wij stellen U voor te besluiten tot aanpassing van de voorschrif
ten van het uitbreidingsplan N.W. 1964 zoals hiervoor vermeld,
zulks door vaststelling van bijgaand concept-raadsbesluit en
de ingediende bezwaarschriften ongegrond te verklaren.
Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van
de commissie ruimtelijke ordening.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx burgemeester.
Van den Dam secretaris.
ligt ter visie
in de leeskamer.