18.B. Het plan sluit een 2x2 rijstrokenprofiel voor de Kloosterlaan niet uit. 19.B. Bezwaar tegen het inrichten van de gemeenschappelijke binnenterreinen van de woonblokken ten behoeve van parkeren. IV. Overige Bezwaren 20.A. Het ontbreken van een pleinenstudie voor toekomstig sociaal cultureel vertier rond het stadshart. 21.C. In het bestemmingsplan is niets terug te vinden met betrekking tot de visie op het standplaatsenbeleid voor kermisexploitanten. 22.D. De bestemmingsplanprocedure moet worden stopgezet en pas na een open discussie met de omwonenden kan een plan worden opgesteld. 23.D. De bestemmingsplangrens is te beperkt gekozen. 24.E. De grens van het bestemmingsplan valt niet samen met de grens van het exploitatiegebied 25.D. In de exploitatie zijn bovenwijkse voorzieningen opge nomen 26.A. Een parkeergarage onder woningwetwoningen is bij voor baat niet rendabel en er ontbreken in het bestemmings plan rendementsberekeningen voor de parkeergarage. Met betrekking tot deze bezwaren kan het volgende worden opge merkt: 1. 1.. Als gevolg van een aanpassing van de zuidelijke en weste lijke rooilijn van blok B (zie verkavelingsvoorstel bij het bestemmingsplan) is de ruimtelijke werking van het Klooster plein en een deel van de Vlaszak gewijzigd. Thans is er sprake van een meer pleinachtige ontwikkeling georiënteerd op de Kloosterkazerne als afsluiting van dit plein. Door een draaiing van de zuidelijke rooilijn van blok B, ontstaat bovendien meer relatie met de richting van de Kloos terkazerne 2. Mede als gevolg van het gestelde onder 1 wordt de ronding van het historische stadshart niet aan het oog onttrokken. Dit karakteristiek rooilijnen-beloop geeft in deze gewijzig de oplossing mede vorm aan het Kloosterplein. 3. Een van de belangrijke uitgangspunten van het structuurplan is het ruimtelijk en functioneel koppelen van de historische uitlopers van de stad, waaronder de Boschstraat, aan het stadshart. Door middel van dit bestemmingsplan wordt hier aan vorm gegeven. Als gevolg hiervan zal de ruimtelijke verbinding met het Valkenberg vanaf het Kloosterplein zich wijzigen. Van het verloren gaan van deze relatie zowel visueel als materieel is echter geen sprake. 4. In belangrijke mate zal het milieu rond het Turfschip be paald worden door de hier te realiseren bebouwing, alsmede door de bestemming van deze bebouwing. Het voorliggende bestemmingsplan staat een feestelijk milieu wat dit betreft niet in de weg. bijl. nr. 408 8

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1984