bijl. nr. 408 10 Het zijn daarentegen juist andersoortige bestemmingen zoals kantoren, recreatieve voorzieningen en een hotel die hiermee meer in overeenstemming zijn en die aansluiten bij de sfeer van de hier reeds aanwezige bebouwing zoals het Turfschip en de bowling en die juist deze functies ondersteunen. 9. Zolang het Chasséveld als manifestatieterrein annex langpar- keerterrein functioneert, is het uitgesloten het hiervoor benodigde oppervlak verder te verkleinen door een deel van dit terrein de bestemming woningbouw te geven. Overigens gelden hier eveneens de onder punt 8 genoemde bezwaren. 10. De afstand tussen de voorgevelrooilijn van de tussen de bowling en het Turfschip geprojecteerde bebouwing en de muur van het gevangeniscomplex bedraagt 75 meter. De hoogte van de hier geprojecteerde bebouwing is maximaal 15 meter. Hiervan uitgaande is het mogelijk dat de bebouwing in deze strook zodanig wordt gesitueerd dat een aantasting van de privacy van de gedetineerden geheel, dan wel zoveel mogelijk wordt voorkomen. III. 11. De plaats van de in- en uitgang van de parkeergarage is om de navolgende redenen vooralsnog gesitueerd aan de Vlas- zak - De Kloosterlaan is uitsluitend bedoeld voor bestemmings verkeer en is als woonstraat te enen male hiervoor onge schikt - Uitgaande van de Kloosterlaan zoals in het plan opgeno men biedt de Claudius Prinsenlaan met name het stuk gele gen tussen de Kloosterlaan en de Vlaszak gezien de kruis puntsafstanden ook nauwelijks een alternatief. - Gezien het aantal parkeerplaatsen op het Chasséveld 900) en de ligging van dit veld - betrekkelijk dicht bTj de geplande parkeergarage - verdient het mede om psy chologische redenen de voorkeur de in- en uitrit zo ver mogelijk van het Chasséveld en zo dicht mogelijk bij het centrum te situeren. Om redenen van praktische aard is het eveneens gewenst de in- en uitrit daar te leggen waar ook de hoofdvoetgangers in- en uitgang is gesitueerd. Dit alles heeft geleid tot de huidige voorkeur voor een situering aan de Vlaszak. 12. Een geheel dan wel gedeeltelijk ondergrondse garage waarvan de entree is gelegen aan de Vlaszak is inderdaad vanaf de Claudius Prinsenlaan niet of nauwelijks zichtbaar. Het is dan ook noodzakelijk dat via een adequate bewegwijzering de ligging van deze garage duidelijk wordt aangegeven. 13. Het hier geschetste ontsluitingsmodel voor de binnenstad is in het kader van het onderhavige bestemmingsplan niet dan wel zeer ten dele aan de orde. Het zal duidelijk zijn dat een belangrijke verkeersfunctie van de Kloosterlaan strijdig is met de door de gemeente ter zake gehanteerde uitgangspunten 14. De uiteindelijke hoogteligging van de parkeerkelder komt pas bij de uitwerking van het bouwplan aan de orde en vari eert bovendien sterk vanwege het verschil in hoogteligging van het omringende maaiveld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1986