gemeente Breda mj triage nr. 30
LOZINGSVERORDENING RIOLERING BREDA
Artikelsgewijze toelichting
In aansluiting op de algemene beschouwingen volgt hier een toe
lichting bij de afzonderlijke artikelen van de verordening.
Artikel 1
Als beheerder geldt voor de gemeente Breda; het Hoogheemraadschap
West-Brabant te Breda.
Artikel 2.
Het eerste lid van dit artikel bevat algemene regels betreffende
de bescherming van het rioolstelsel van de zuiveringstechnische
werken en het tegengaan van gevaar, schade of stank als gevolg van
de aanwezigheid van de in het riool gebrachte stoffen. Het betreft
hier niet de kwaliteit van het oppervlaktewater. In dit verband
wordt ook verwezen naar de bij deze verordening behorende Algemene
beschouwingen
Blijkens het bepaalde in het tweede lid is het in het eerste lid
genoemde verbod niet van toepassing op het lozen van normale huis
houdelijke afvalstoffen uit woningen. Zodra evenwel vanuit wonirtgen
stoffen als bedoeld in het vierde lid (mede) op
de riolering worden geloosd zullen deze "woningen" voor de toepassing
van deze verordening als "inrichting" worden aangemerkt. Bedoelde
stoffen kunnen immers niet geacht worden te behoren tot de "normale
huishoudelijke afvalstoffen".
In het derde lid is een verbod opgenomen tot het lozen op de rio
lering met behulp van versnijdende apparatuur van vaste afvalstof
fen, verontreinigende en schadelijke stoffen.
Eén van de motieven, die aan dit verbod ten grondslag liggen, is in
feite het ook in het Indicatief Meerjarenprogramma voor de Bestrij
ding van de Waterverontreiniging 1975-1979 geformuleerde uitgangs
punt voor het waterkwaliteitsbeheer: bestrijding van de verontrei-
niging_aan_de bron. Door het versnijden en daarna lozen van af
valstoffen, die met name bij het voeren van een huishouden ontstaan,
in plaats van deze bijvoorbeeld in de vuilniszak te deponeren, wor
den riolering en zuiveringstechnische werken extra belast met or-