wordt geweigerd, indien het verlenen van een vergunning in strijd
zou komen met het belang van de goede werking van de riolering, van
het gebruik dat daarvan wordt gemaakt en van de bescherming van de
belangen van derden tegen nadelen welke hieruit kunnen voortvloeien.
Deze weigeringsgrond is geënt op de behartiging van de belangen be
doeld in artikel 2.
Daarnaast wordt de aanvraag afgewezen indien de voorschriften die
de gemeente van de beheerder heeft opgelegd gekregen, geen ruimte
openlaat voor het verlenen van een vergunning voor het lozen op de
riolering en een verzoek tot wijziging of aanvulling van die "ver
gunning" is afgewezen. Deze reden tot weigering vindt haar grond in
de relatie tussen gemeente en beheerder.
Is de hierbedoelde vergunning van de beheerder een vergunning inge
volge artikel 1 Wet verontreiniging oppervlaktewateren, dan is er
voor de aanvrager van de (geweigerde) gemeentelijke vergunning be
roep tegen deze afwijking mogelijk op grond van artikel 1 1 van die
wet. De aanvrager van een gemeentelijke vergunning op grond van
de lozingsverordening riolering kan in dit geval worden aangemerkt
als "belanghebbende" in de zin van artikel 11 van de Wet verontrei
niging oppervlaktewateren. De aanvrager zal van gemeentewege in voor
komend geval op deze op de Wet verontreiniging oppervlaktewateren
gebaseerde beroepsmogelijkheid worden gewezen.
Het geval is ook denkbaar, dat de vergunning van de beheerder aan
de gemeente geen ruimte openlaat en geen verzoek tot uitbreiding
wordt gedaan. De reden van het niet indienen van zo een verzoek moet
dan zijn gelegen in een motief dat tot weigering van de aanvraag
op grond van het eerste lid van artikel 12 zal leiden.
Artikel 13.
De vergunning is niet aan een persoon gebonden; zij gaat desgevraagd
over op de rechtverkrijgenden.
Artikel 14.
Atikel 14 geeft een opsomming van de gevallen waarin de vergunning
kan worden ingetrokken. Onder meer kan zo een geval aanwezig zijn
bij verandering van omstandigheden of inzichten sedert het verlenen
van de vergunrring (letter f). De rest van de opgesomde gevallen
spreekt voor zichzelf. Voor een schadevergoedingsregeling zie arti
kel 16 en de toelichting daarop. Ook is beroep mogelijk. Het beroep
heeft - behalve in spoedeisende gevallen - schorsende werking.
-8-