bijlagenummer 428
II. In de begroting is nog gerekend met de oude tarieven van
I.B.M. wegens computerhuurInmiddels is echter besloten
de 370/148 te kopen en rond april 1982 te vervangen door
een te huren machine 4341/02. De machinekosten dalen mede
hierdoor met 1.266.118,
Het bestuur besloot het bedrag van de lagere kosten (behou
dens de sub I vermelde dotatie ad 260.000 te storten
in de "technische reserve". Strikt genomen zouden de kosten
verlagingen moeten doorwerken in kostenverlagingen voor
de gebruikers, Breda, Tilburg, regio M.W.B. en anderen.
Hoewel zulks uit een oogpunt van tarievenpolitiek misschien
wel juist was geweest (omzetbevorderendafhankelijk van
de vraagelasticiteit) lijkt deze storting in de reserve
voor de eigenaren Breda en Tilburg beter dan tariefsverla
ging. Breda en Tilburg moeten ten slotte ook voor de even
tuele tekorten opkomen.
Met behulp van deze tariefsverlaging van I.B.M. zou echter
ook - nolens volens - de begroting sluitend gemaakt kunnen
worden in plaats van te rekenen met de nauwelijks gefun
deerde ramingen wegens systemhouse activiteiten.
Gelet op de bepaald niet florissante omzet en kostenver-
wachtingen in de komende jaren betekent deze wijze van
dekking een vooruitschuiven van de problemen.
De werkelijke oplossing ligt in het goed laten aansluiten
van de capaciteit(skosten) aan de reële behoeften van de
gebruikers
Hieraan wordt wel degelijk gewerkt; mogelijk slaagt het
bestuur erin in het komende jaar:
a. de systemhouse activiteiten waar te maken;
b. een sluitende exploitatiebegroting te presenteren zonder
gebruik te hoeven maken van structureel gezien onjuiste
dekkingsmiddelen
III. Door de korte reactie-termijn (zes weken na 30-9-1981)
enerzijds en een aantal toevallige omstandigheden ander
zijds kan - formeel - niet op tijd worden gereageerd.
Inmiddels zijn de bezwaren reeds ter kennisneming van het
dagelijks bestuur gebracht, welk college het algemeen be
stuur zal adviseren Breda de gelegenheid te bieden alsnog
formeel te reageren.
IV. Ten slotte: bij gelegenheid van de begrotingsbehandeling
1981 zijn een aantal vragen aan het C.B.T. gesteld omtrent
onduidelijke ramingen. Hoewel hierover wel antwoorden zijn
binnengekomen, kan niet van een bevredigende afdoening
worden gesproken.
De hoop was echter gevestigd op een uitgewerkt beleidsplan.
Een "aanzet" hiertoe is wel gemaakt, doch de financiële
onderbouwing is nog niet geleverd. Wellicht slaagt het
C.B.T. erin, in de voorgestelde ruimere tijd, wèl uit de
problemen te komen, zodat het beter lijkt dat nu te laten
rusten.