Artikel 26. Indien wordt gehandeld in strijd met de in artikel 2 genoemde ver boden, dan wel in strijd met een krachtens artikel 2, zesde lid, verleende ontheffing, met een krachtens artikel 3 verleende ver gunning, of een krachtens artikel 4 gestelde regel, kan het nood zakelijk zijn de mogelijkheid te bezitten om de eigenaar, gebruiker of vergunninghouder aan te schrijven de nodige voorzieningen te treffen, of, indien met het oog op de veiligheid, de goede staat, de werking van de riolering, de zuiveringtechnische werken, dan wel de zuiverheid van het oppervlaktewater onverwijld ingrijpen ge boden is, mondelinge last te verstrekken tot hetzij het treffen van voorzieningen, hetzij het onmiddellijk staken van de lozingen. Deze mondeling last moet schriftelijk worden bevestigd. Artikel 27. Dit artikel regelt de in acht te nemen geheimhouding. Artikel 28. De overgangsbepalingen zijn zodanig gesteld, dat een regeling van de bestaande lozingen plaats vindt in een volgorde waarbij de grootste lozers het eerst met het nieuwe regime geconfronteerd worden. In de praktijk blijken de grootste lozers in kwantiteit in het alge meen overeen te komen met diegenen die stoffen lozen, en dat in aan merkelijke hoeveelheden, waarop de artikelen 2 en 3 van toepassing zijn. Teneinde juridische problemen te voorkomen is er niet gekozen voor het laten voortzetten van lozingen, toegestaan aan de hand van andere wetten, verordeningen of privaatrechtelijke overeenkomsten, maar zullen alle relevante lozingen aan de regels van deze verorde ning getoetst worden en zal op basis van deze toetsing (nieuwe) be sluitvorming plaatsvinden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 210