stoffen uit woningen, £en uitzondering hierop is het verbod om te lozen op de riolering met behulp van versnijdende apparatuur (geldtook ten aanzien van woningen). In de verordening zijn de stoffen met name genoemd, welke in ieder geval als afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen worden aangemerkt. Procedures In de verordening zijn de te volgen procedures ter verkrijging van een vergunning/ontheffing uitgewerkt. Nadat een aanvrage aan de gestelde eisen voldoet wordt de beheerder steeds in geschakeld ter advisering hierover. Hierbij is het mogelijk, dat alvorens tot verlening kan worden overgegaan a. een wijziging van de aan de gemeente opgelegde voorschrif ten voor het brengen van het rioolwater in oppervlaktewa ter of waar de zuiveringsinstallatie noodzakelijk is; b. een wijziging van de aan de beheerder opgelegde voorschrif ten voor het brengen van verontreinigende stoffen in opper vlaktewater noodzakelijk is. De verordening biedt verder de mogelijkheid om aan een ver gunning/ontheffing ter bescherming van de beoogde belangen voorschriften te verbinden. Ook kan een vergunning/ontheffing voor een bepaalde termijn worden verleend. De verordening om schrijft de gevallen waarin tot weigering van een vergunning/ ontheffing wordt overgegaan. Ook kan tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een vergunning/ontheffing worden overgegaan. Schadevergoeding De verordening kent een schadevergoedingsregeling. Hierop kan een beroep worden gedaan door de houder van een vergunning/ ontheffing in het geval er sprake is van: een wijziging of intrekking, aanvulling daaronder be grepen, van: - een lozingstoestemming - de van toepassing zijnde nadere regels.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 212