2 Bijlage nummer 447 De routine-investeringen zijn in bijgaand overzicht gespecifi ceerd en toegelicht (zie bijlage I)Samengevat naar bedrijfs onderdelen zal daarvoor in 1982 moeten worden geïnvesteerd als volgt - elektriciteit 5, - gas 3, 238.600 141.300,— - water(distributie) Totaal 1.527.390,— 9.907.290 (excl. straatverlichting) (excl. Rijsbergen en hogedrukgasnet) In de staten van activa, behorende bij de begroting 1982 van het energie- en waterbedrijf is, in vergelijking met de nu aan de orde zijnde investeringen, rekening gehouden met de volgende bedragen - elektriciteit 7.178.100,(excl. straatverlichting) - gas 3.140.760,(excl. Rijsbergen en hogedrukgasnet) - water(distributie) 1.342.895, Totaal 11.661.755, De routine-investeringen zijn in totaal 1.754.465,lager dan werd aangenomen bij het samenstellen van de begroting 1982. Het verschil wordt grotendeels veroorzaakt doordat een inves tering ad 1.442.000,voor het elektriciteits-transportnet naar het hoofdverdeelstation in Breda-Zuid, niet in de routine investeringen is opgenomen. Indien uit belastingmeting in de winter 1981/1982 blijkt dat aanleg hiervan op korte termijn toch nodig is zal een aanvullende kredietaanvraag worden inge diend. Voor een toelichting op de overige verschillen wordt verwezen naar bijlage I. Per bedrijfsonderdeel zijn deze bedragen: - elektriciteit 1.939.500,lager - gas 540 hoger - water 184.495,hoger Totaal 1.754.465,- lager De met de investeringen gepaard gaande kapitaallasten worden gedekt door de in de begroting opgenomen bedragen. Onder verwijzing naar bijgaande toelichting en specificatie stellen wij U voor een krediet ad 9.907.290,beschikbaar te stellen voor de routine-investeringen van het energie- en waterbedrijf in 1982. Een concept-besluit wordt hierbij ter vaststelling aangeboden. Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de commissie bedrijven. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. Van den Dam secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 2130