bij bijlagenummer 480 d. of de ambtenaar ten onrechte nalaat zich onder geneeskundige behandeling te stellen of te blijven stellen, dan wel zich niet houdt aan de voor schriften hem door de behandelende geneeskundige gegeven, met dien ver stande dat te dezen voorschriften tot het verlenen van medewerking aan een ingreep van heelkundige aard zijn uitgezonderd e. of de ambtenaar zich zodanig gedraagt, dat zijn genezing wordt belemmerd of vertraagd; f. of verdere maatregelen of voorzieningen nodig zijn in het belang van het her stel van zijn gezondheid, dan wel in het belang van het behoud, het herstel of de bevordering van zijn arbeidsgeschiktheid, als bedoeld in de artikelen P 6, P 7 en P 9 van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet; g. wanneer en in welke mate de vervul ling van de betrekking kan worden hervat 2. De geneeskundige die het onderzoek, als bedoeld in het vorige lid, heeft verricht, deelt na het afsluiten van het onderzoek de uitkomst daarvan terstond schriftelijk mede aan de ambtenaar en zendt burgemees ter en wethouder zo spoedig mogelijk een afschrift van die mededeling. Artikel E 8 Indien daartoe naar het oordeel van de be drijfsgezondheidsdienst aanleiding bestaat, verzoeken burgemeester en wethouders de directie van het Algemeen Burgerlijk Pensioen fonds de ambtenaar in aanmerking te brengen voor maatregelen of voorzieningen in het belang van het herstel van zijn gezondheid, dan wel in het belang van het behoud, het herstel of de bevordering van zijn arbeids- geschiktheidals bedoeld in de artikelen P 6P 7 en P 9 van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet. Van dit verzoek wordt de ambtenaar schrifte lijk in kennis gesteld. Artikel E 9 1. De ambtenaar die zich met het in artikel E 6, leden 1 en 2 of in artikel E 7, lid 2, bedoelde oordeel van de genees kundige niet kan verenigen, kan hiervan, maar in ieder geval binnen 3 x 24 uur nadat dit oordeel te zijner kennis is gebracht, onder opgave van redenen aan burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 2238