bij bijlagenummer 480 van zijn ontslag wegens ziekte ongeschikt wordt een naar aard en omvang soortge lijke betrekking te vervullen, ontvangt gedurende zijn ongeschiktheid een uitke ring ten bedrage van zijn laatstelijk genoten bezoldiging tot uiterlijk een jaar na de aanvang van zijn ongeschikt heid 2. Indien de gewezen ambtenaar, bedoeld in lid 1, aanspraak heeft op een dade lijk ingaand invaliditeitspensioen vol gens de bepalingen van de Algemene Bur gerlijke Pensioenwet, ontvangt hij gedu rende zijn ongeschiktheid een uitkering ten bedrage van zijn laatstelijk genoten bezoldiging tot uiterlijk twee jaar na de aanvraag van zijn ongeschiktheid, met dien verstande dat na het verstrijken van de eerste achttien maanden de uitke ring 80% van de laatstelijk genoten bezol diging bedraagt. 3. Het recht op de uitkering vervalt met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op die waarin de gewezen ambte naar de leeftijd van 65 jaar heeft be reikt. 4. Dit artikel vindt geen toepassing in de gevallen genoemd in artikel E 15, lid 5. Artikel E 17 Indien de gewezen ambtenaar binnen een tijd vak van dertig kalenderdagen nadat de vol gens de artikelen E 15 of 16 geregelde betaling van zijn laatstelijk genoten bezoldiging of uitkering in verband met zijn herstel is gestaakt, wederom wegens ziekte ongeschikt wordt een naar aard en omvang soortgelijke betrekking te vervullen, wordt de nieuw opgetreden ongeschiktheid als een voortzetting van de vorige beschouwd en wordt de betaling hervat Voor het bepalen van het tijdstip waarop de in de artikelen E 15 en E 16 bedoelde termijnen zijn verstreken, worden perioden van ongeschiktheid een naar aard en omvang soortgelijke betrekking te vervullen, welke elkaar met een onderbreking van minder dan dertig kalenderdagen zijn opgevolgd, samen geteld Artikel E 18 1. Indien de gewezen ambtenaar na afloop van de termijn waarin hij krachtens arti kel E 15 of artikel E 16 bezoldiging of een uitkering genoot, arbeidsonge schikt is, zonder dat hij recht heeft op invaliditeitspensioen krachtens de Algemene Burgerlijke Pensioenwet of op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 2244