bij bijlagenummer 480
Indien daartoe naar hun oordeel aanlei
ding bestaat, kunnen burgemeester en
wethouders een betrekking die niet voldoet
aan het gestelde in dit lid ten aanzien
van de arbeidsduur aanmerken als een
betrekking als bedoeld in de vorige volzin.
Van de verplichting tot deelneming kunnen
burgemeester en wethouders op zijn ver
zoek ontheffing verlenen aan de ambtenaar
die tegen deze deelneming gewetensbezwaren
heeft.
3. De kosten van deze voorziening worden
door de gemeente en de ambtenaar gelijke
lijk gedragen. De bijdrage van de ambte
naar wordt op zijn bezoldiging ingehouden;
zij wordt geregeld bij de gemeenschappe
lijke regeling, bedoeld in lid 1. Burge
meester en wethouders kunnen omtrent
de inhouding nadere regelen stellen.
Daarin kunnen onder ambtenaren gewezen
ambtenaren worden begrepen.
Artikel E 25 1. Aan een ambtenaar die een betrekking
als bedoeld in artikel E 24, lid 2, be
kleedt in dienst der gemeente, worden
vergoed de in enig, een periode van twaalf
opeenvolgende maanden omvattend, tijdvak
te zijnen laste blijvende, naar het oor
deel van burgemeester en wethouders rede
lijk gemaakte kosten voor verrichtingen
en leveringen, vallende onder de voor
ziening bedoeld in artikel E 24, voor
zover zij een bedrag gelijk aan 1% van
het inkomen overschrijden, met dien ver
stande, dat voor de toepassing van het
in dit lid bepaalde de bijdrage van de
ambtenaar in de kosten van de voorziening,
genoemd in artikel E 24, lid 3, buiten
beschouwing blijft.
2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 kunnen
burgemeester en wethouders in bijzondere
gevallen, indien de noodzakelijke kosten,
verband houdende met ziekte, welke de
ambtenaar voor zich en zijn gezin heeft
gemaakt, een bedrag overschrijden dat
in verhouding tot het inkomen redelijker
wijze te zijnen laste kan komen, in die
kosten een tegemoetkoming toekennen.
3. Onder het inkomen in de zin van dit arti
kel wordt verstaan het ambtelijk inkomen,
in de zin van de Algemene Burgerlijke
Pensioenwet, van de ambtenaar, vermeerderd
met de uit arbeid of bedrijf, waaronder
mede te verstaan vroegere arbeid of be
drijf, verkregen inkomsten van die gezins
leden die op grond van het bepaalde in