Bijlagenr.481 Vraag 4 Op 4 mei 1981 heeft onze fractie aan U gevraagd, welke rechts grond ten grondslag lag aan de arrestaties op 30 april. De ant woorden op deze vraag en gelijkluidende vragen in het parlement, alsmede latere ontwikkelingen in verband met schadeloosstelling geven een zeer uiteenlopend beeld zowel wat de rechtsgrond als wel de aantallen ten onrechte in hechtenis genomen personen betreft. Zo acht de procureur-generaal het langer dan 6 uur vasthouden van arrestanten onjuist wegens ontbreken van wettelijke grondslag Uit deze verscheidenheid van antwoorden blijkt eens te meer, dat het toegepaste systeem (arrestatie bij vermoeden van schuld bij enige strafbaarheid, antwoord vraag 4 d.d. 8 mei 1981) zonder meer rechtsongelijkheid tot gevolg heeft. Vraag: wat is thans Uw mening over de gevolgde gedragslijn gezien de gevolgen en latere ontwikkelingen? Vraag 5 In punt 2 van de door ons op 14 mei 1981 ingediende motie werd gesteld, dat wij "stenen gooiers en rellenschoppers een gevaar vinden voor de democratie". Met deze stellingname hebben we aan willen geven, dat wij orde verstoring louter om het rellenschoppen afwijzen. In de publieke opinie werden de aangehoudenen op 30 april daarmee namelijk ten onrechte op één hoop gegooid. We betreuren het als onze uitspraken in deze tot misverstanden aanleiding hebben gegeven. Vraag: kunt U Uw opvatting over dit punt aan ons meedelen? ANTWOORD Ad. 1 In aansluiting op eerder gedane mededelingen in de raadsvergade ring van 14 mei 1981 (notulen pag. 750 en 754), bericht ik U, dat geen van de deelnemers aan het driehoeksoverleg overleg heeft gepleegd met zijn landelijke superieuren. -9-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 2262