De heer Suijners dit is dan. mogelijk bij de beoordeling van de vergunningsaan vrage» De heer- Bartels: artikel 2,, ldi k onder c: de maximale grens van 300 mg/1 sulfaat- gehalte is aan de lage kant. In Amsterdam beeft de Vereniging Krachtwerktuigen voorgesteld een maxi mum van "ikOO mg/1. Waarom wordt er ia deze verordening zo'n lage grens gesteld? De heer Kui.roers: ook dit is. uit het model van de V..N.G. overgenomen. Er is niet nagevraagd waarom deze grens gesteld werd. Dit zal alsnog geschieden. De heer Geijseisr met betrekking tot bovengenoemde zaken: het Hoogheemraadschap heeft er moeite mee, dat afgeweken wordt van hetgeen in de modelverordening staat aangegeven. Ook daarom willen wij zo min mogelijk daarvan afwijken. De heer Bartels: alleen vanwege de uniformiteit mogen de bedrijven niet op kosten worden gejaagd. De heer Schuurmans: het Hoogheemraadschap behoeft- vergunning van de Minister. Hier in worden ook eisen gesteld. Daarom moet het. Hoogheemraadschap weer eisen stellen aan de lozende instanties in het R.W.Z.I. De heer Bartels: indien.de gemeente kan voldoen aan de eisen gesteld van bovenaf, zonder het bedrijfsleven strenge eisen op te leggen, moet de gemeente dit doen, waarbij het gemeentebestuur zich niet te formeel moet opstellen. De heer Hui .in er sde normen, gesteld in artikel 2. zijn voornamelijk ter bescherming van de riolen van de gemeente. De eisen gesteld in artikel 3 zijn ondermeer ge steld ten beho'eve van de goede, werking van de waterzuiveringsinstallatie. Bekeken moet. worden,, hoe'- in konktrete gevallen de lozingssituatie beoordeeld moet worden. Daarbij moet wel rekening worden gehouden met de kumulatieve werking van de lozing van alle bedrijven. De heer Bartels r artikel 2, lid k onder d: indien een nieuwe waterzuiveringsinstal latie wordt aangeschaft, die niet bestand is tegen bepaalde stoffen die geloosd worden, mag het niet zo zijn,, dat er aanvullende voorwaarden aan de vergunningen worden verbonden, waardoor die bepaalde stoffen niet meer geloosd mogen worden. De heer Kuijoers: indien blijkt, dat bijvoorbeeld aan het riool of a.a.n de water zuiveringsinstallatie schade is aangebracht door bepaalde stoffen, waarvan men voor heen geen weet had,, moet het mogelijk zijn dat. aanvullende voorwaarden worden ge steld. De heer Bartels: artikel 2, lid k (d. t/m. q..en artikel 3, lid 3: er moet in de verordening rekening gehouden worden met eventueel toekomstige ontwikkelingen. Hoe weet men wanneer een. vergunning vereist is? De heer gui.ioers: er mag- niet geloosd worden zonder vergunning. Zo kan het gemeente bestuur zorg dragen voor een evenwichtige verdeling van de te lozen stoffen. De totale hoeveelheid te lozen stoffen wordt dan in de hand gehouden. In de- vergunning worden grenzen gesteld, het is niet mogelijk dit in de verordening te doen. De heer Bartels: er worden stoffen geloosd, die het bedrijfsleven zelf niet kent. Zo kan men later, wanneer blijkt, dat een bepaalde stof giftig is waarvan men het voorheen niet wist, te horen krijgen dat men al jaren verboden stoffen loost. De heer Sui.iners: de opgave die de bedrijven doen, moet zo goed mogelijk gedaan worden. Indien stoffen worden geloosd, die u niet kern:, kan u niets aangerekend worden. Als later blijkt dat toch een gevaarlijke stof wordt geloosd, zullen wel maatre gelen genomen moeten worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 230