De heer Mevissen in leidingwater zitten sporen van magnesium. Dit zou dan ook
niet zonder vergunning in het riool mogen terecht komen. Daarom vinden wij dat
er grenzen gesteld moeten worden, wanneer iets niet geloosd mag worden.
De heer Kuij-pers: er moet op rationele wijze worden aangegeven wat wordt geloosd,
het voorkomen van sporenelementen is daarvoor niet alleen bepalend. Bij het aan
vraagformulier wordt daartoe een toelichting opgenomen.
De heer Mevissen de Wet chemische afvalstoffen geeft een staffeling van stoffen,
wanneer ze wel en niet tot de chemische stoffen gerekend moeten worden.
De heer Voeten: artikel U, lid 2: aangegeven zou moeten worden voor welke groep
bedrijven dit artikel van toepassing zal zijn.
De heer Kersten: dit is ambtelijk nog niet helemaal uitgewerkt. Er is wel een
groep "overige groepen"deze moet aan de hand van wat de ervaring ons leert
worden samengesteld. In de toelichting op de verordening worden kategoriën be
drijven genoemd, waaraan wordt gedacht om de nadere regels op van toepassing te
verklaren.
De invoering van deze nadere regels zal worden voorbereid na de vaststelling van
de lozingsverordening door de raad met de bedoeling dat deze gelijktijdig met de
verordening in werking zullen, kunnen treden.
De heer Kuiioers: in de praktijk zal dit betekenen, dat een groot deel van de
bedrijven onder deze regeling zal vallen.
De heer Bartels: indien nodig kunnen later altijd nog andere groepen erbij worden
betrokken. -
De heer Schuurmansdit is mogelijk, de stelling van de nadere regels zal ter
openbare kennis worden gebracht
De heer Bartelsartikel 16, lid 2: als de gemeente een wijziging krijgt opgelegd
van het Hoogheemraadschap, krijgen de bedrijven bij uitvoering hiervan geen schade
vergoeding. Is het nodig voor de gemeente zich in te dekken tegen schadevergoedings-
eisen van de bedrijven?
De heer Kersten: de gemeente kan in dat geval geen schade vergoeden. Dit is een- zaak
voor het Hoogheemraadschap of de provincie. De gemeente krijgt van het Hoogheem
raadschap eisen opgelegd* die zij weer doorgeeft aan het bedrijfsleven. Doch het
gemeentebestuur is hiervoor niet verantwoordelijk te achten.
In de toekomstige aansluitverordening zal hierin voorzien worden. Deze zal echter
nog wel enige tijd op zich laten wachten, daar er principiële kritiek is geuit op
de ontwerp-aansluitverordeningVoor de tijd, dat er geen regeling is, zou de
provincie een schadevergoedingsregeling moeten opstellen.
De heer Luyten: is het niet mogelijk dat dit artikel van kracht wordt op het moment
dat er een aansluitverordening is? Anders is er sprake van een rechtsvacuüm»
De heer Kersten: in de huidige situatie is geen enkele schadevergoedingsregeling,
dus zonder aansluitverordening zal er toch wel verbetering zijn m.b.t. deze kwestie.
Over de bevoegdheid tot het vaststellen van de aansluitverordening is nog onduidelijk
heid. De bevoegdheid van de provincie (in deze gedelegeerd aan het Hoogheemraad
schap) wordt landelijk betwist.
Niet in alle gevallen is een schadevergoedingsregeling, doch in de meeste wel.
De heer Bartels: artikel 18, lid U onder a: dit is dezelfde soort problematiek als
in artikel 16.
Artikel 2b: de opsporingsambtenaar moet zich in het bedrijf waar hij gaat meten, eerst
melden om zich op de hoogte te stellen van de veiligheidsvoorschriften en 'zich
dienovereenkomstig gedragen.
De heer Geijseis: dit zal in de toelichting worden opgenomen.
De heer Bartelsartikel 25: met het Hoogheemraadschap heeft het bedrijfsleven veel
ervaring opgedaan m.b.t. metingen. Indien metingen gaan worden verricht, is het zin
vol dat tevoren kontakt wordt opgenomen met het Hoogheemraadschap over de juiste
manier van meten.