bijl. nr. 38
1.5. Indien vraag 1.4 ontkennend wordt beantwoord of in
dien op vraag 1.1 is geantwoord dat sprake was van
een politieke demonstratie, welke criteria worden
dan door U gehanteerd bij de beoordeling van subsi
dieverzoeken voor activiteiten met een uitgesproken
politiek karakter?
Toelichting op de vragen 1.1 t/m 1.5:
In antwoord op mijn vragen 6 en 7 naar de overwegingen,
op grond waarvan tot subsidieverlening is besloten, is
opgemerkt, dat volgens de toelichting op begrotingspost
10.076, ten laste waarvan de subsidie is gebracht, het
een uitgave van culturele aard betreft. Daarna volgt een
uiteenzetting van het subsidiebeleid in de culturele sec
tor. Omdat geen andere overwegingen worden vermeld, ver
onderstel ik, dat de anti-taptoe manifestatie door U als
een culturele manifestatie is aangemerkt. Daarbij is ge
heel voorbijgegaan aan de omstandigheid, dat het Anti-
Taptoe Komitee, gelet op zijn in het antwoord op vraag
2 vermelde doelstelling, politieke doeleinden nastreeft,
die het gemeentelijk belang verre overstijgen.
Bedoelde manifestatie was een politieke demonstratie,
waarop ter illustratie van de politieke boodschap enig be
scheiden artistiek vertoon werd geboden.
Ik ben met U van mening, dat in het belang van een pluri
form aanbod van voorzieningen culturele activiteiten die
getuigen van een maatschappijkritische gezindheid of waar
bij het gemeentebestuur kritisch wordt gevolgd, niet zon
der meer van subsidie mogen worden uitgesloten. Dit houdt
naar mijn mening niet in, dat ook politieke manifestaties,
waarop culturele activiteiten een ondersteunende functie
vervullen, voor financiële medewerking van gemeentewege
in aanmerking komen. Voor politieke propaganda, ongeacht
de inhoud van de boodschap, zijn op de begroting geen mid
delen geraamd.
-2-