bijl. nr. 38 ANTWOORD 1.1. Wij beschouwen de onderhavige .manifestatie als een combinatie van politiek en cultuur, in welk opzicht zij zich niet onderscheidt van vele andere (ook ge subsidieerde) activiteiten. 1.2. Zoals uit het antwoord op vraag 1.1 duidelijk wordt zijn wij van oordeel dat het politieke en culturele elkaar aanvulden. Enerzijds bediende het Komitee zich van culturele gezelschappen om de boodschap meer kracht bij te zet ten, anderzijds was er ontegenzeggenlijk sprake van een maatschappijkritische- en dus politieke boodschap. 1.3. Zie het antwoord op vraag 1.2. Overigens wordt opge merkt, dat de subsidie alleen betrekking heeft op de culturele elementen, zoals de kosten van de deel nemende gezelschappen. 1.4. Zoals uit het voorgaande kan blijken, zijn wij niet van mening, dat gemeentelijke financiële medewerking achterwege had moeten blijven. Zoals reeds gesteld, het was stellig geen louter politieke manifestatie, terwijl de subsidie uitsluitend betrekking had op de culturele elementen. Daarbij komt nog, dat de be reidheid om subsidiëring in overweging te nemen en de procedure die is gevolgd met zich mee hebben ge bracht, dat er een vorm van overleg is gegroeid tus sen het gemeentelijk apparaat en het Komtiee. Geconstateerd is voorts, dat de acties van het komi tee dit jaar een rustiger karakter hadden dan vorig jaar. Of het een met het ander te maken heeft zal wel niet zijn vast te stellen, doch onmogelijk lijkt het niet. -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 266