aan de raad der
gemeente Breda
Bijlage nr. 48
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot verdaging van de beslissing op het
bezwaarschrift (ex artikel 7 lid 2 van de
wet Arob) van Wagemakers lakfabrieken
F.V. dd. 17 december 1980 m.b.t. het be
sluit van de raad dd. 1 december 1980
inzake het nemen van een voorbereidings-
besluit voor het gebied globaal begrensd
door Eggestraat, Piet Avontuurstraat en
Generaal Maczekstraat
Op 1 december 1980 nam Uw raad een voorbereidingsbesluit (ex arti-
kei 21 wet op de ruimtelijke ordening) voor het gebied globaal be
grensd door Eggestraat, Piet Avontuurstraat en Gen. Maczekstraat.
Op 17 december 1980 diende Wagemakers lakfabrieken N.V. een be-
zwwarschrift ex artikel 7 lid 2 wet Arob in tegen genoemd voorbe
reidingsbesluit bij Uw raad.
Ingevolge wet Arob (artikel 14) dient Uw raad binnen zestig dagen
een besluit te nemen op dit bezwaarschrift, e.e.a. met de mogelijk
heid tot verdaging met ten hoogste dertig dagen.
In de commissie ruimtelijke ordening dd. 29 januari 1981 is het be
zwaarschrift Wagemakers lakfabrieken U.V. aan de orde geweest.
Allereerst is er een formele hoorzitting ingevolge wet Arob
(artikel 14) gehouden, waarna de commissie diende te adviseren.
In verband met het feit dat er inmiddels een uitnodiging aan de
leden van de commissie door Herberts Nederland N.V. was verzonden
(Herberts is de duitse "moeder" van Wagemakers)hebben de leden van
de commissie inhoudelijk niet geadviseerd op het ingediende be
zwaarschrift van Wagemakers-lakfabrieken N.V.daar de behoefte
bestond bij de leden van de commissie aan de uitnodiging van Herberts
om zich ter plaatse van de situatie op de hoogte te stellen gehoor
te geven.
In verband met formele termijnen ingevolge wet Arob, waarbinnen Uw
raad een beslis-sing moet nemen is geadviseerd door de commissie aan
ons college Uw raad een verdagingsbesluit voor te leggen.
Uw raad wordt voorgesteld te besluiten conform bijgaand raadsbesluit.
Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de
3 februari 1 981
St/2/79879