bijl. nr. 1
Betreftpand Markendaalseweg 74.
I Formeel
Beide brieven (van 20 juni 1980 en 17 juli 1980) hangen
ten zeerste met elkaar samen.
Doch brief d.d. 17 juli 1980 aan de raad is ingekomen bin
nen tervisielegging bestemmingsplan en derhalve ontvanke
lijk. Andere brief (d.d. 20 juni 1980) is gericht aan col
lege en eveneens gedateerd binnen tervisielegging bestem
mingsplan
Conclusiebeide brieven ontvankelijk verklaren.
II. Materieel:
A. Resumé inhoud bezwaren:
- ontwerp-bestemmingsplan is in strijd met de wet (voor
lopig bestemmingsplan);
- het feitelijk gebruik zoveel mogelijk handhaven;
- uitsluiting detailhandel;
- definitief bestemmingsplan wacht op detailvestigings-
beleid (wanneer er zodoende jarenlange bevriezing
plaatsvindt, terwijl achteraf detailhandel toch moge
lijk blijkt te zijn, wellicht schadebrengend beleid);
- handhaving detailhandel belangrijk omdat voornemen
bestaat exploitatie garage te beëindigen.;
- liever nieuw voorbereidingsbesluit dan "tijdelijke"
en "voorlopige" bestemming.
B. Ten aanzien van inhoud bezwaren het volgende
ad. 1: Het (ontwerp)bestemminqsplan is in strijd met
de wet
Onderhavig tervisiegelegde bestemmingsplan (sector I,
nr. 6/51739) is een gedeeltelijke herziening van de
bebouwingsverordening Markendaalseweg 1952 en 1961 en
is een volwaardig bestemmingsplan in de zin van de wet
op de ruimtelijke ordening.
Blijkens de toelichting behorende bij de aanpak in het
kader van de perifere detailhandel als door de raad
op 25 juni 1979 besloten, staat de gemeente open voor
wijziging van de bestemmingsplannen, indien concrete
bouwplannen hiertoe aanleiding geven. Een en ander wil
zeggen dat een aantal bestemmingen in de zeer nabije
toekomst aan verandering kunnen worden blootgesteld.
Dit betekent echter niet dat de bestemmingsplannen voor
lopig zijn, zodat moeilijk gesproken kan worden van
een constructie in strijd met de wet.
Het begrip "voorlopig" slaat terug op aanpak met be
trekking tot perifere detailhandel op korte termijn
en niet op bestemmingsplannen.
-8-