bijl.nr. 56 schoolbestuur en door ons college steeds bekrachtigd. De voorbereidingen zijn in een zodanig stadium gekomen dat thans tot het vervaardigen van het definitieve plan en het doen van de definitieve keuze aannemer en architect zal kunnen worden overgegaan. Het r.k. schoolbestuur als participant in het totale project heeft zich voor zijn aandeel daarin reeds als zodanig uitgesproken. Voor het aandeel in het totale project waarvoor de gemeente als opdrachtgever zal optreden, namelijk voor de te bouwen school voor het openbaar onderwijs en voor de te bouwen sportzaal, mogen wij U in over weging geven in te stemmen dat daarvoor tot onder handse aanbesteding wordt overgegaan. De totale stichtingskosten 1Ten aanzien van het onderwijsgedeelte Voor het bepalen van het investeringsbudget is - zoals reeds eerder werd vermeld - uitgegaan van de door het rijk te ontvangen genormeerde stichtingskostenvergoeding. De totale stichtingskosten mogen niet boven dat plafond uitkomen. Onder stichtingskosten zijn te verstaan: - grondkoste-n - de totale bouwkosten - de kosten van eerste inrichting Op de bijlage, welke voor U op de gebruikelijke wijze ter inzage is gelegd, worden én een berekening van het inves teringsbudget én een nadere specificatie van de totale stich tingskosten gegeven. De totale stichtingskosten voor de gecombineerde openbare kleuter en lagere school zullen blijkens die opgave gaan bedragen f 2.565.400, en voor de r.k. gecombineerde kleuter/ lagere school f 5.-375.600, Totale stichtingskosten voor het onderwijsgedeelte f 7.941.000, Wij mogen hierbij nog het onderstaande opmerken. aVoor de bouw van beide scholen is door de staatssecre taris van onderwijs bij schrijven van 10 november 1980, nr. NO/KL/M2P-626 147, de in het kader van de - door het rijk getroffen bezuinigingsmaatregelen - vereiste goedkeuring afgegeven; b. De hierdoor in het vooruitzicht gestelde toekenning van de genormeerde stichtingskostenvergoeding voor de gemeen te is daarbij gebaseerd op het wetsontwerp "Wet Beheer sing Huisvestingsvoorzieningen k.o./l.o.", zoals dat wetsontwerp zeer recentelijk in de eerste lezing door de Tweede Kamer der Staten-Generaal werd aangenomen; c. Bij de berekening van het budget werd rekening gehouden met het voornemen van de minister van binnenlandse zaken, neergelegd in de circulaire van 26 september 1980, nr. FV/30/U 649, om als verdergaande bezuinigingsmaatregel de normbedragen voor de lokalen van het lager onderwijs 8

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 328