3 bijl. nr. 60 c. Na de presentatie van een en ander wordt een nader woonwen- senonderzoek gedaan, waarbij de toekomstige bewoners met behulp van het woningkeuzepakket hun eigen woning samenstel len en zich uitspreken over de gewenste woonomgeving en de situering van hun woning. d. Het woningkeuzepakket kan nu verder uitgewerkt worden en ingepast in de verkaveling. Het leidt tot een aantal woning varianten. Knelpunten, die zich in deze fase voordoen (varianten die niet worden gerealiseerd, omdat de te weinig frequent worden gekozen; keuzen van woonomgeving, die niet kunnen worden gerealiseerd) worden met de betrokkenen doorgesproken. Ook in deze fase geeft de kostendeskundige de kosten aan van elk van de varianten, die zal worden gerealiseerd. e. Op basis van de definitieve uitwerking wordt nu gepoogd de toekomstige bewoners de woning van hun keuze toe te wij zen. Om teleurstellingen bij de keuze te voorkomen voorziet de methodiek in een situatie waarbij 50 a 60% van de toekom stige bewoners in het proces meedoen. De kostendeskundige speelt in dit hele proces de rol kosten consequenties van keuze in toenemende nauwkeurigheid te presen teren. Dit is met name ook weer van belang bij de aanbesteding, waar bij de aannemers hun aanneemsom moeten aangeven. De opeenvol gende kostenramingen van de kostendeskundige vormen nu de basis voor de onderhandelingen met de aannemers. In principe is het proefgebied zodanig gekozen, dat kan worden volstaan met één opdrachtgever, in dit geval een woningbouwvere niging. Aan de woningbouwverenigingen is dan ook de vraag voorgelegd of zij bereid zijn op basis van de S.A.R.-methodiek mee te wer ken aan de realisering van een dergelijk project. Met name de Algemene woningbouwvereniging Breda e.o. bleek voor deze werkwijze geporteerd; de andere woningbouwverenigingen wilden of zich ter zake nog nader oriënteren dan wel hadden geen behoefte - gezien inspraakervaringen bij andere woningbouw projecten in Breda - in Haagse Beemden - voor wat betreft de inspraak - de spits af te bijten. De verwachting is dat binnen één jaar de uitwerking tot een ge detailleerd bouwplan kan zijn gerealiseerd. De inspraakkosten worden op ca. 500,per woning geraamd. In overleg tussen de architect, de A.W.V. en de gemeente zal de inspraakprocedure zodanig worden opgesteld, dat een subsi die voor dit bedrag kan worden aangevraagd krachtens de Rege ling Goed en Goedkoop MD 79-26. Het is gewenst vanaf het begin van het inspraakproces behalve de opdrachtgever en de architect, ook een kostendeskundige in te schakelen. Gelet op het feit dat het hier om een proef gaat, menen wij dat een onafhankelijke kostendeskundige te prefereren is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 341