bij bijl. nr. 69
4.218,—
2.005,--
6223
rogramma
3.578,—
8.578,-
5.000,-
3.578,--
eiter.
8.357,--
819,40
9.176,40
III.1. Kriteria ten behoeve van prioriteitsbepaling
Wij ontlenen deze kriteria aan ons raadsprogramma op hoofdpunten voor de
raadsperiode 1978-1982:
"De zorg voor de gehele samenleving met extra aandacht voor achterge
bleven groepen".
Hoewel met recht gesteld kan worden dat vrouwen in totaliteit een achter
gebleven groep vormen, menen wij dat binnen deze grote groep weer groepen
aanwijsbaar zijn die in bijzondere mate achtergebleven zijn.
Wij baseren ons op soortgelijke uitgangspunten als welke wij hanteren ten
aanzien van de activiteiten die in het kader van de permanente educatie
worden gehanteerd.
Hetgeen inhoudt dat wij een voorkeur geven aan die individuen groeperingen
en situaties waarvan gezegd kan worden dat de.deelname aan emancipatie
activiteiten, en meer in het algemeen de invloed op de vormgeving en ver
andering van de eigen woon- leef- en werksituatie achtergebleven is.
Het betreft hier vrouwen die door een verwevenheid van opleiding en ont
wikkeling, milieu en maatschappelijke situatie weinig eigen mogelijkheden
hebben om zich in emancipatorisch opzicht te ontwikkelen
Uiteraard gaat het hier niet om een makkelijk herkenbare en/of bereikbare
groep. De Sociografische Dienst noemt in haar "Verkenning van de Sociale,
Kulturele en Edukatieve situatie in Breda" (Breda 1977) bepaalde wijken
en buurten, waarin de aanwezigheid van deze vrouwen verondersteld kan worden
Hierop moet echter onmiddellijk een aanvulling gemaakt worden door het aan
duiden van individuen of groepen, die over de hele stad gespreid voorkomen
en tot de in de vorige alinea omschreven doelgroep behoren.
Een uitgebreide omschrijving van deze individuen en groepen, zowel als van
wijken en buurten treft men ook aan in de "Formulering van hetgeen nage
streefd wordt" (september 1980). Daar wordt gesproken over de volgende
wijken/buurten:
- delen van het centrum (Spoorbuurt, Chassé, Vlaszak, Valkenberg, Klooster-
laan)
- Geeren-Noord;
- Driesprong;
- Zandberg;
- Delen van de Heuvel;
- Delen van Tuinzigt;
- Belcrum;
- Haagpoort;
- Gerardus Majella;
- Oud-Ginneken;
- Oud-Boeimeer
Wij beogen noch door het benoemen van buurten en wijken tot "achterstands
situaties", doch door het opsommen van "bijzondere groepen" stigmatiserend
te werken. Het effect als zodanig is misschien moeilijk uit te sluiten.
Anderszins kunnen wij niet om de (politieke) realiteit heen dat voor bepaal
de situaties of groepen van een werkelijke en maatschappelijk gezien on
aanvaardbare achterstelling gesproken moet worden.
Wij noemen:
- woonwagenbewoonsters;
- buitenlandse gastarbeidsters of vrouwen van buitenlandse gastarbeiders;
- laaggeschoolden;
- vrouwen die deel uitmaken van minderheidsgroepen (Zuid-Molukkers, voor
malige rijksgenoten);
- schoolverlaters van het lager beroepsonderwijs-.
ksbij-
n deze
ver-
