3 bijl. nr. 80 c. Bij de keuze van de leden van de welstandscommissie zal erop gelet dienen te worden, dat een of meer leden ervaring hebben in het werken in historische binnensteden of althans hebben doen blijken, dat zij een zekere gevoeligheid hebben voor binnenstadsbebouwing d. De zorg voor de monumenten is in goede handen bij de dienst monumentenzorg, welke rechtstreeks bij wijzigingen en res tauraties van panden betrokken is; e. De noodzaak in de praktijk is niet gebleken. Het instellen van een extra commissie of het aanstellen van een extra monumentenlid is ook naar onze mening daarom niet nodig, omdat waar het gaat over monumenten, de principaal een deskundig architect in de arm zal nemen, die weet waarop hij in het kader van het monumentenaspect in het bijzonder heeft te letten. Als argument pro wordt wel eens gebezigd, dat een principaal zijn architect het functioneel en economische aspect te veel laat prevaleren. Correcties, welke dan nodig zouden zijn, zou den het best aangebracht kunnen worden door de speciale commis sie of het extra lid. Wij menen dat ook hier de bemoeienis van monumentenzorg als een goece zeef kan fungeren. Wij zijn tot de conclusie gekomen, dat het instellen van een tweede welstandscommissie voor monumenten en het beschermd stads gezicht of het toevoegen van een extra lid aan de welstandscom missie voor ceze zaken niet dient te worden bevorderd. - Wel vragen wij ons af of en in hoeverre het mogelijk is, dat een speciale dimensie wordt gegeven aan het begrip redelijke eisen van welstand waar het betreft het bouwen in de binnen stad. Wij zijn derhalve voornemens te bezien in hoeverre voor dit doel beoordelingscriteria kunnen worden ontwikkeld voor de handhaving van het specifieke karakter van de binnenstads bebouwing ter ondersteuning en als richtinggevend voor het werk van de 'welstandscommissie. Ad. 3. Bij het bemannen van de welstandscommissie staan de eis van deskundigheid van de leden met betrekking tot de planbeoordeling voorop. Het beoordelen door de welstandscommissie heeft in uit gangspunt te maken met het uiterlijk aanzien en het esthetisch aspect van het bouwwerk en zijn omgeving. Daar expliciet sociale, economische en culturele aspecten bij de beoordeling van bouwplannensec niet thuishoren, doch alleen een rol spelen voor zover deze aspecten in de filosofie van een bouwplan tot uitdrukking komen, zijn wij van oordeel, dat architecten de eerst en meest aangewezenen zijn om de welstands commissie te bemannen. Deze deskundigheid samengebracht in een meervoudigheid geeft naar onze mening een waarborg voor een evenwichtigeobjectieve en duidelijk te motiveren beoordeling van de bouwplannen. Hoewel men zich kan afvragen of de aanwezigheid in de commissie van een of meer georiënteerde beoordelaars ten goede zal komen aan een optimaler functioneren en beoordelen, menen wij dat in principe de welstandscommissie alleen bemand zou moeten zijn met architecten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 438