bijl. nr. 80 Door de B.N.A. is nog gepleit voor het opnemen van een vrijstel lingsbepaling in de verordening. Wij zijn van oordeel, dat een dergelijke vrijstellingsmogelijkheid, zeker niet zou dienen te worden ingevoerd ter toepassing in gevallen waar het gaat om een eerste benoeming. Wij voelen niet voor "starters" in de commissie van architecten boven de 65 jaar In geval van herbenoeming menen wij evenwel, dat bij uitzondering een lid nog in aanmerking zou moeten kunnen komen op een leeftijd van uiterlijk 68 jaar, zodat hij in de nieuwe zittingsperiode nog minstens 2 jaren kan functioneren. Wij stellen U voor deze leeftijdsregeling met de beperkte vrij stellingsmogelijkheid op te nemen in de verordening op de wel standscommissie. Ad. E. Er is de afgelopen jaren een gewoonterecht gegroeid, dat door de B.N.A. een aanbeveling gedaan wordt voor een lid van de com missie.' Met de 3.N.A. bestaat echter verschil van opvatting over de plaats van het B.N.A.-commissielidDe B.N.A. is van oordeel, dat deze architectenorganisatie een kwaliteitszetel bezet, hetgeen zou impliceren, dat het gemeentebestuur een door de B.N.A. voorgedragen kandidaat zou dienen over te nemen. Ten behoeve van de periodieke benoeming van de leden van de wel standscommissie heeft ons college de 3.N.A. recent gevraagd een aanbevelingte doen van twee kandidaten, waaruit de gemeen te dan een keuze zou moeten maken. Wij menen, dat er geen bezwaar tegen behoeft te bestaan, de betrokkenheid van de B.N.A. bij de benoeming van de leden van de welstandscommissie te handhaven. Het gaat ons echter te ver om zonder meer een kandidaat van de 3.N.A. te moeten accepteren. Een dergelijk recht van de B.N.A. zou in conflict kunnen komen met de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur ter zake. In een onlangs gehouden gesprek met het bestuur van de B.N.A., kring West-Brabant, is men akkoord gegaan met het doen van een aanbeveling van twee personen, waarbij de niet benoemde als reserve-lid wordt aangewezen en deze het lid opvolgt indien zijn lidmaatschap (tussentijds) eindigt. Hoewel deze construc tie op zich denkbaar is, zien wij daarin toch een indirecte mogelijkheid van de B.N.A. om die architecten in de commissie te krijgen, die de B.N.A. daarin wenst. Wij blijven van mening, dat in deze commissie die architecten dienen te zitten die ons college c.q. Uw raad wenst. Verder willen wij opmerken, dat het naar onze mening geen aan beveling verdient, dat het B.N.A.-lid voorzitter is van de com missie. Uiteraard zal ook het B.N.A.-lid onderworpen dienen te zijn aan de bovengenoemde leeftijdsgrens. Wij stellen derhalve voor het aanbevelingsrecht van de B.N.A. in de verordening vast te leggen. De B.N.A. zal derhalve minstens twee kandidaten dienen aan te wijzen, waaruit de "gemeente" - na overleg met de B.N.A. - een kandidaat benoemt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 440