bijl.nr. 1 - de hoeveelheid standaardconsumenten in acht genomen bestaat geen overmaat aan verkoopvloeropperv1akte - in haar branche kan niet van standaardconsumenten worden gesproken; - de praktijk toont de behoefte aan van grootschalige winkelbedrijven; - de door het distributie-planologisch onderzoek gecon stateerde sanering is geen gevolg van de grootschalige winkelbedrijven; - in het onderzoek had ook betrokken moeten worden de zg. "consumenten-gulden" (geeft juister beeld). B. Ten aanzien van bovengenoemde bezwaren het volgende: Voor onderhavig gebied gold geen bestemmingsplan. Ter plaatse was derhalve (wat het gebruik betreft) alles toegestaan. De bestemming zoals nu is neergelegd "Be drijfsdoeleinden BA" is conform uitgangspunten aanpak perifere detailhandel op korte termijn. Wat het winkelen ter plaatse betreft het volgende: Het beleid is erop gericht bedrijven met een assorti ment als onderhavige Primarktvestiging e.d. juist in de wijken een vestigingsplaats te garanderen met name om juist alle wijkbewoners - dus niet alleen of vnl. autobezitters - een dergelijke keuze aan te bieden. Het beleid mag er niet op gericht zijn zich alleen of voornamelijk op bepaalde doelgroepen van consumenten te richten. Wanneer dit soort perifere bedrijven bovendien een boven- wijkse functie vervullen (volgens het bezwaarschrift zou de Primarkt m.n. dat doen) wordt de situatie in dat verband alleen nog maar ernstiger. De door bezwaarde aangevoerde methodiek van de consu mentengulden is in feite de met andere woorden gebruikte methodiek als in het d.p.o. door de sociografische dienst gehanteerd Wat de contractuele verplichtingen betreft zij vermeld dat deze niet relevant zijn voor de bestemmingsplanpro cedure gezien het feit, dat bij wanprestatie door ver huurder (eigenaar) deze privaatrechtelijk aangesproken kan worden. Desondanks is het overgangsrecht van toepassing, zodat de huurders kunnen blijven zitten. Het uitbreidingspercentage 20is een normaal per centage dat geldt in het overgangsrecht. Het verdient geen aanbeveling dit in casu te veranderen, mede gezien ook de lokatie. Conclusiebezwaren ongegrond verklaren. Ad 13 Sector V-3-51836 Brief van mevrouw C.C. Voesenek-de Raaff, d.d. 17 juli 1980 met betrekking tot pand Belcrumweg 38-38a. - 22 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 44